De veranderende stad - van IJ tot Z

‘IJmeerlijn Almere–Amsterdam kan een flink probleem oplossen’

Plotseling dook de IJmeerverbinding Almere–Amsterdam weer op. Nu als kansrijk project voor het Nationaal Groeifonds – beter bekend als het ‘Wopke-Wiebes-fonds’. Den Haag wil de komende vijf jaar 20 miljard investeren in projecten op het gebied van onder meer infrastructuur. Er wordt al lange tijd gesproken over de IJmeerverbinding, die zo’n 5 miljard zou kosten, maar het grotere belang is tot nu toe niet duidelijk. De lokale impact voor Amsterdam-Oost staat wel buiten kijf. De lijn maakt van IJburg in een klap de centrale stepping stone naar Almere. Maar tot nu toe is dit stuk spoor niet het ontbrekende deel in een grotere puzzel. 

Toch kan de IJmeerlijn een flink probleem oplossen. De laatste jaren begint het hinderlijk te knellen in de Randstad, de economische motor van ons land. Aan de zuidzijde, bij Den Haag-Rotterdam-Dordrecht, functioneert het gebied aardig, en aan de oostkant bij Utrecht, Amersfoort-Hilversum net zo. Maar de Randstad zit aan de noordzijde al jaren in een te krap jasje. Hier worden de economische activiteiten nodeloos opgepropt. De noordelijke Randstad is sowieso een vaag verhaal. Almere, Purmerend, Zaanstad, Beverwijk en zelfs Alkmaar worden tot dit gebied gerekend, maar hangen er in de praktijk bij. 

Het zwaartepunt van economische activiteit in de noordelijke Randstad ligt ter hoogte van Haarlemmermeer, Schiphol, Zuidas en Amsterdam bezuiden het IJ. Noordzeekanaal, IJ en IJmeer vormen een barrière voor de economische activiteit daarboven. Infrastructurele investeringen ten noorden van die lijn komen moeizaam los. De enige trein vanuit Amsterdam richting Noord-Holland Noord, tjoekt via de Zaanstreek naar Purmerend en Hoorn. Die IJmeerverbinding past in een traditie om hem niet aan te leggen. 

We moeten Den Haag uitleggen dat de noordelijke Randstad te veel economische activiteit en geld concentreert ten zuiden van het IJ en IJmeer. Veelzeggend is dat we in de hoofdstad krampachtig vasthouden aan één superluchthaven, terwijl andere Europese hoofdsteden spreiden over twee of drie luchthavens. Het is overduidelijk dat Schiphol te groot, te vies en te lawaaiig is geworden. De oplossing om de lusten en lasten van Schiphol te verdelen ligt ten noordoosten van de stad kant-en-klaar: Lelystad Airport. Schiphol zal kunnen halveren tot een internationale zakenhub voor de Zuidas. Lelystad wordt dan de nationale toeristenluchthaven. Wat mij betreft komen er geen extra vliegbewegingen; Schiphol en Lelystad zijn samen straks even groot als het huidige Schiphol. Wist u trouwens dat Lelystad sinds enige tijd een serieuze maritieme cargo-haven heeft? Uiteraard kunnen de toekomstige havens van Lelystad niet zonder doorgetrokken IJmeerverbinding. 

Ander probleemkind van de noordelijke Randstad is de Amsterdamse haven. In de decennia dat Rotterdam zijn succeshaven in zee uitbouwde, hield de hoofdstad z’n haven krampachtig in de stad. Daar ligt-ie al jaren vreselijk in de weg voor woningbouw. Westpoort heeft binnen de gemeentegrens van Amsterdam matig groeipotentieel. De haven zal beter floreren bij IJmuiden en Beverwijk. In zee past ook een kleine cargo-luchthaven die logistiek handig te combineren is met de maritieme cargo. Over dertig jaar zijn de twee toekomstige luchthavens, Lelystad en Beverwijk, ongeveer net zo belangrijk als Schiphol. 

Lelystad-Beverwijk. Trek op Google Maps eens een lijn tussen die twee. De horizontaal die je ziet is de nieuwe noordelijke as van de Randstad. Als we de sprong over IJ en IJmeer maken, schuift die grens 20 kilometer omhoog. Steden als Purmerend en Zaanstad bloeien op als cruciale verbindende schakels. Boven Amsterdam heeft de Randstad alle ruimte om te groeien. Straks hebben we niet één IJmeerlijn nodig maar twee of drie. Wopke, zet je de miljarden alvast klaar?

Foto: Uitzicht op Almere vanaf Strandeiland (IJburg).