Column

Column Henk Spaan: Proteststem

Doelbewust liep ik door de Faas Wilkesstraat. Ik ging een proteststem uitbrengen. Volgens mij kon je dat aan me zien. Iets aan mijn loop, houding, mijn vastberadenheid, het vierkanter worden van mijn kaaklijn, dit kon maar één ding betekenen: deze man was op weg het verschil te maken. De avond daarvoor had ik een debat gezien tussen de premier van het land, een man met zo weinig persoonlijkheid dat hij ongemerkt al bijna tien jaar minister-president was, en een bijlul die vroeger in het café nooit bij ons groepje had mogen staan. Bij niet één groepje, zelfs niet bij het groepje van de corpsballen. Daar vonden ze hem ook een lul. Meisjes keerden zich af van wat ze onder elkaar een engerd noemden.
Voordat ik de deur was uitgegaan had ik de zoekterm ‘engerd’ ingevoerd in relatie tot de naam van de corpsbal. Dertienduizendzeshonderd resultaten!
Ik betrad het schoolplein. Kinderen weken uiteen, duidelijk geschrokken van het vuur dat uit mijn ogen spoot, het vuur dat me voortdreef in de richting van de proteststembus. Twee proteststemmen! Mijn vrouw, die in Frankrijk was, had me gemachtigd ook haar stem uit te brengen. Meestal waren we het niet eens over politiek, vertoonden we een verschillend stemgedrag – ze heeft het zelfs een keer geflikt om voor de Partij voor de Dieren te kiezen – maar over deze proteststem waren we het gloeiend eens.
Vol energie betrad ik het stemlokaal. Er zaten vier mensen achter een tafel. Alles had ik bij me, van een kopie van het paspoort van mijn vrouw tot een ingevulde machtiging. Mijn eigen paspoort had ik al in mijn hand.
“Uw vrouw heeft haar eigen naam en adres ingevuld, maar dat had u zelf moeten invullen. Kijk, hier staat gemachtigde,” zei de stemvrouw. Ik liep leeg als een versleten voetbal. Hoe vaak ik in mijn leven al niet op een muur van bureaucratie was gestuit. Men zag mijn ontreddering.
“Als u daarheen loopt, waar wij het niet kunnen zien, mag u een wijziging aanbrengen,” zei de vrouw. Ik deed wat me was opgedragen en kreeg twee stembiljetten. Ik maakte twee rondjes rood, vouwde de biljetten op en stopte ze lusteloos in de melkbus.