Nieuws

Romandebuut van IJburger Toine Heijmans: ‘Op zee’

Zijn boot heet niet ‘Ismaël’ (zoals je zou verwachten), maar ‘Noem mij maar Ismaël’. Net als het schip dat een belangrijke rol speelt in ‘Op zee’, het pas verschenen fictiedebuut van IJburger Toine Heijmans (1969). ‘Voor sommige mensen misschien een vreemde naam’, zegt hij, ‘maar voor anderen juist weer niet. Het is de eerste regel in ‘Moby Dick’, het mooiste boek dat ik ooit heb gelezen. En dat me misschien ook wel heeft geïnspireerd. Wie zal het zeggen’

‘Op zee’, is een spannend, wonderlijk boek met een thrillerachtig plot. Een vader maakt samen met zijn zevenjarige dochter een tweedaagse zeiltocht van Denemarken naar Nederland. Afgezonderd van de rest van de wereld horen ze meer dan ooit bij elkaar. Totdat er iets gebeurt dat hun leven op zijn kop zet.

‘Op zee’ is een roman over vaders, dochters, moeders en de liefde die hen bindt. Maar ook over de genadeloos mooie Noordzee. En over een plan dat mislukt. Of toch niet?

‘Het was een mooie tocht, maar dat kun je van tevoren niet weten.’

“Het is gelukt’ zegt Toine Heijmans, ‘en het was mooi om te doen.” We lopen langs de kade van de haven van IJburg, die de schrijver zelf mee heeft helpen opbouwen. Aangekomen op het schip, trekt Heijmans het luik van zijn boot open. Net zoals de vader dat doet in zijn boek. “Eerst vond ik het niks, fictie schrijven. Als journalist baseer je je op echte gebeurtenissen.”

Zijn uitgever gaf hem het zetje dat hij nodig had. ‘Op een zeiltocht van Delfzijl naar Göteborg, samen met een vriend, ben ik maar gaan tikken. En vanaf dat moment werd het ook een soort moeten. Het was in de zomer van 2010. Kalme zee. De eerste tienduizend woorden zijn aan boord van mijn boot geschreven.”

Het verhaal zat al langer in zijn hoofd. Door een ervaring in de Sahara. Zijn dochter Sylke was toen zes. “Ze liep voor me uit, in een wit jurkje. Elke keer als ze over de top van een zandduin heen was, zag ik haar niet meer. Dat vond ik heel eng. Dat gegeven heb ik gebruikt in mijn boek. Alleen, de Sahara werd de zee.’

Moet daarom maar meteen worden aangenomen dat het boek van de Volkskrantjournalist autobiografisch is? Heijmans die deze ‘vraag der vragen’ in de toekomst ongetwijfeld nog talloze keren meer zal moeten beantwoorden: ‘Nou nee. Maar ik moet toegeven, ik zeil wel graag met m’n dochter. En er zijn natuurlijk wel meer persoonlijke ervaringen in het boek verwerkt. Dat doet elke schrijver.’

Soms ging het goed, het schrijven. Maar soms ook werd hij ’s nachts wakker. “Dan gooide ik alle laatste alinea’s weer weg. En kon ik alles weer nalopen. Bij fictie kan je doen wat je wilt, maar het moet wel kloppen. Als ik Thyborøn beschrijf, dan mogen er geen fouten in staan. Vandaar dat het wel uitkwam, dat ik vanuit Harlingen een keer of vier naar die Deense stad ben gezeild. Ook wilde ik per se dat het boek een thrillerachtig plot zou krijgen. Ik heb een hekel aan vlakke einden.”
 
‘Ze is zeven. Pas als ze acht wordt zal ik weten hoe klein een meisje van zeven eigenlijk is.’

Eén pagina in het boek werd echt geschreven door zijn dochter die nu acht is. Toine zat in zijn werkkamer, toen ze binnenstapte. “Wat ga je doen?, vroeg ik. Ik ga aan mijn verhaal werken, zei ze. Het ging over zeilen. Zoiets kan een meisje alleen schrijven als ze zelf gevaren heeft. Ik vond het geinig, en ik heb het gebruikt.”

Dat hij anders dan in de journalistiek, schrijven kon wat hij wilde, begon hem steeds beter te bevallen. Hij ging met de karakters aan de haal. In het begin typte hij nog wel eens per ongeluk Sylke in plaats van Maria, zoals de dochter in het boek heet. “Maar dat was snel weg. Maria werd een heel ander meisje. Zoals de vader hopelijk een andere man is dan ik.”

Het plot schreef hij ’s nachts om een uur of twee. Zo’n tijdstip waarin de twijfels wel eens dubbel zo hard kunnen toeslaan. “Kan ik dit lezer wel aandoen? Maar dan zat ik in een stil huis toch al vlug te gniffelen. Je weet dingen die de lezer niet weet. Fictie is spelen met de lezer. Ik had er lol in die lezer op het verkeerde been te zetten.”

‘De boot is een klankkast, de hagelstenen stuiteren als knikkers over het dek.’

Trots is hij. Het boek bevat mooie illustraties van Jenna Arts, eerstejaars kunstacademiestudente. Haar tekeningen sluiten naadloos aan bij het verhaal. “Nu heb ik een echt boek, met ouderwetse tekeningen erin. Geinig dat ik dat geflikt heb. Je moet een keer een boek schrijven, vind ik. Dat is nu geslaagd.”

Inmiddels meldde zich ook al een Duitse uitgever. In Nederland verschijnen de eerste 5.000 boeken op 24 juni. Femke Halsema neemt op die dag het eerste exemplaar in ontvangst. Heijmans liet onder anderen haar het manuscript lezen. “Omdat ze een goede lezer is, maar ook omdat ze moeder is. Naarmate ik met het schrijven vorderde, werd ik steeds nieuwsgieriger naar wat moeders er van zouden vinden.”

Nu is het eng, zegt hij, om het boek de wereld in te gooien. Te denken: O ja, ze gaan het echt lezen. “Eerst was het een verhaal van mezelf. Nu is het van iedereen.”

Door Linda van den Dobbelsteen

Toine Heijmans:
Op zee
(L.J. Veen, €16,95. ISBN 9789020426557)

Meer op www.op-zee.nl.