Nieuws

‘Ik wist niet dat er zoveel verborgen armoede was’

Corona heeft veel bewoners in Oost getroffen. Buurtinitiatieven zoals dat van stichting Veerkrachtig Betondorp proberen de ergste nood te lenigen. 

“Stralende ogen, blijdschap, mensen noemen het een godsgeschenk.” Ingrid Piet, vrijwilliger bij stichting Veerkrachtig Betondorp, raakt zelf geëmotioneerd als ze erover vertelt. Veerkrachtig Betondorp, een initiatief van buurtbewoner Carleen de Lange,  deelt sinds dit voorjaar gratis maaltijden en voedselpakketten uit aan bewoners in Betondorp en Watergraafsmeer die door corona het hoofd nauwelijks boven water kunnen houden.

“Het begon als een boodschappendienst voor ouderen die tijdens corona de deur niet meer uit konden. Het heeft zich uitgebreid tot een kleine supermarkt waar mensen maaltijden en boodschappen kunnen ophalen, maar we begeleiden ook mensen bij ziekenhuisbezoek, en zorgen soms voor huisraad. Pas geleden hebben we nog vloerbedekking geregeld voor een bewoner met alleen een betonnen vloer,” vertelt vrijwilliger Sandra Dijkstra. 

Veerkrachtig Betondorp, gevestigd aan Onderlangs in Betondorp, is voor honderd procent afhankelijk van donaties. Sandra: “Van supermarkten, buurtbewoners en ook lokale ondernemers. Eetcafé De Avonden doneert, en we kunnen elke dag bij de bakker op de Brink het overgebleven brood ophalen. Bij de visboer halen we soms verse vis. We zien veel mensen met gezondheidsklachten, zoals diabetes. Zij kunnen vers vlees of vis goed gebruiken.”

Want dat viel de vrijwilligers al snel op, veel mensen die langskomen eten ongezond. Ingrid: “Ze hebben soms maar 20 euro per week te besteden. Als je daar elke dag boterhammen met pindakaas van eet, dat schiet niet op.” Dit wordt beaamd door Frank Stork, vrijwilliger en lid van de Ouderenadviesraad (OAR) in Oost. “Klopt. Sommige mensen kopen een pak spinazie, husselen dat door de macaroni en eten er vier dagen van. Goedkoop, maar niet gezond. Maar ja. Mensen zijn door corona hun inkomen kwijtgeraakt, en ook de huurverhoging van afgelopen juli hakte er flink in.”

Voor Elsbeth van den Bout, sinds een jaar bewoner van Betondorp, was de ongezonde voeding reden om zich als vrijwilliger aan te melden. “Ik heb een moestuin, die levert altijd veel verse groenten op. Voorheen deelde ik uit aan collega’s, nu doneer ik aan de winkel.”

Ogen en oren open
Zo’n veertig buurtbewoners komen wekelijks langs voor de boodschappen. Ingrid: “Soms hebben mensen een aanloopje nodig. Ze schamen zich, komen er niet graag voor uit dat ze geen geld hebben om eten te kopen.” Sandra: “Vaak horen ze bijvoorbeeld van een buurman over ons. Dan durven ze zelf ook te komen.” Ingrid: “En we houden onze ogen en oren open, spreken soms mensen aan, zo van: redt u het een beetje?”

Bewoners zijn blij dat ze boodschappen kunnen halen, óók voor het sociale contact. Elsbeth: “Ze blijven vaak ook wat langer bij ons hangen, om een praatje te maken, met ons en met andere buurtbewoners. De behoefte om anderen te spreken is groot.” Frank: “Eenzaamheid en armoede gaan hand in hand. Ik breng ook boodschappen bij ouderen die de deur niet uit kunnen. Dan ben ik niet in een kwartiertje weer weg. Voor sommige ouderen ben ik het enige contactmoment.”

Leven weer op de rit
De vrijwilligers ontlenen veel aan de hulp die ze kunnen bieden. Ingrid: “Ik vind het fijn om iemand te zien opbloeien. Maar ik wist niet dat er zoveel verborgen armoede was. Dat heeft mij persoonlijk wakker geschud.” Elsbeth: “Ik heb het goed, ben gezond. Dan vind ik het fijn om iets te doen voor buurtbewoners die hulp kunnen gebruiken.” Sandra: “Het leuke is ook dat je mensen leert kennen, dat je een band opbouwt. Mensen nodigen ons uit om eens langs te komen, maken je deel van hun leven.” Frank: “Als mensen hier weggaan met een glimlach, dan ben ik blij. Ik heb mensen met gebogen hoofd zien binnenkomen, die na een kwartier stonden te praten en de volgende keer weer andere mensen meenamen. Zo help je elkaar, van buurtbewoner tot buurtbewoner. Prachtig.”


Roger de la Chambre, coördinator Uitgiftepunt Voedselbank Oost
‘Vóór corona zagen we wekelijks 80 gezinnen, nu zijn dat er 140, bijna een verdubbeling. Ik vermoed dat dat slechts het topje van de ijsberg is. Veel mensen schamen zich om naar ons toe te komen. Ja, ik verwacht dat het aantal de komende tijd verder zal toenemen. De grote klap moet nog komen.”

Foto: 
Ingrid, Sandra, Frank en Elsbeth zijn vrijwilliger bij de stichting Veerkrachtig Betondorp. “We zien hier mensen die soms maar 20 euro per week te besteden hebben.”