Nieuws

Met drank en prostituees voor Pampus

Pampus is een kunstmatige heuvel in de vroegere Zuiderzee, opgeworpen in een dichtgeslibde vaargeul voor de monding van het IJ. Rond 1887 is er in de geul een kunstmatig eiland aangelegd om op die plaats een strategisch gelegen fort te kunnen bouwen. Dit maakt, net als Fort Diemerdam, deel uit van de Stelling van Amsterdam.

Lange tijd was de stroomgeul Pampus de belangrijkste route over zee naar Amsterdam. Grote schepen uit bijvoorbeeld Nederlands-Indië, die via de Zuiderzee naar de hoofdstad voeren, deden dat via deze geul; het was de enige vaarweg. De veelal zwaarbeladen schepen lagen nogal eens voor Pampus te wachten op hoog water. Daar werden ze gedurende enige tijd zelfs op zogenoemde scheepskamelen (een soort drijvende dokken) geladen om over die ondiepte heen getild te worden. Dit werd echter steeds lastiger omdat de geul langzaam maar zeker dichtslibde. Hier vindt de term ‘voor Pampus liggen’ zijn oorsprong.

Berooide zeelieden
In de tijd van de VOC ontstonden problemen met het ronselen van bemanningsleden omdat die vaak zonder geld naar huis terugkeerden. Wanneer de zeelieden na een lange reis eindelijk aan wal kwamen, joegen ze hun gage er doorgaans snel doorheen. Berooid gingen de zeelui vervolgens naar huis. Daardoor werd het steeds moeilijker om nieuwe bemanningsleden te vinden, en dat was slecht voor de handel. Men bedacht hiervoor de volgende oplossing: wanneer het schip voor Pampus lag, bracht men prostituees en een flinke hoeveelheid gratis drank aan boord. Pas na drie dagen voer het schip Amsterdam binnen en werden de gages uitbetaald. Zo werd voorkomen dat de bemanning het verdiende geld in één keer verbraste.

4000 heipalen
Forteiland Pampus werd tussen 1887 en 1895 gebouwd als onderdeel van de fameuze Stelling Van Amsterdam. Na de Frans-Duitse oorlog was Nederland bevreesd voor een vijandelijke aanval. Om de hoofdstad daartegen te beschermen werd een ring van forten gebouwd, en om de stad ook aan de zeekant te kunnen verdedigen werd onder andere Fort Pampus bedacht. Om het te kunnen bouwen was er echter eerst een nieuw eiland nodig.

Het slib werd uit de geul gebaggerd en op de onderliggende zandplaat stortte men schoon zand, stortsteen en basalt. Zo ontstond een nieuw eiland, waarop het fort werd gebouwd, op vierduizend heipalen van elf meter lang. Rondom het kunstmatige eiland werd – onder de waterspiegel – een ring van basaltblokken gestort om het aanlanden van vijandelijke schepen te belemmeren.

Pantserkoepels
Het ovale fort is opgetrokken uit een combinatie van beton en gemetselde baksteen en telt drie verdiepingen. De meeste ruimten bevinden zich aan de zuidzijde (tegenover Muiden) omdat die kant bij een aanval het veiligst zou zijn. Op de bovenste verdieping waren onder meer twee stalen pantserkoepels (van Duitse makelij) en enkele batterijen voor snelvuurkanonnen. De grote kanonnen hadden een bereik van acht kilometer. Er was in het fort plaats voor 200 militairen, die er in de Eerste Wereldoorlog ook daadwerkelijk gelegerd zijn geweest.
In 1933 – een jaar na het afsluiten van de Zuiderzee – werd het fort gesloten. Het zou echter pas in 1952 formeel worden opgeheven als verdedigingswerk.
Het fort is langzaam gesloopt. Tijdens de Tweede Wereldoorlog hadden de Duitsers alle metaal al meegenomen, en in de hongerwinter sloopten Amsterdammers het hout eruit, dat in de kachel verdween. Daarna raakte het fort snel in verval.
In 1962 werd het een tijdje bezet door Amsterdamse studenten (hun muurschilderingen zijn her en der nog te vinden), maar pas in 1986 werd voor het eerst een serieuze poging ondernomen om het fort te behouden. Enkele Muiders – de zogeheten Pampus Pioniers –richtten een stichting op met het doel Fort Pampus te renoveren. Een heel legertje vrijwilligers schoonde het kunstmatige eiland op; alle afval, puin en begroeiing werd opgeruimd.

De renovatie was aanvankelijk nogal vrijblijvend, want de overheid leek niet van plan het fort over te dragen. Dat gebeurde pas vier jaar later, in 1990. Sindsdien wordt het beheerd door fortwachters en zijn bezoekers weer welkom. Dankzij de veerdiensten vanuit Muiden en IJburg trekt het eiland steeds meer bezoekers. Ook voormalig koningin Beatrix was er enkele malen te gast. In 2011 werd op Pampus het Nationaal Bezoekerscentrum van de Stelling van Amsterdam geopend. Pampus is toegankelijk van april tot en met oktober.
(Research: Gerard Goudriaan.)

Lees ook andere verhalen uit de serie Historische plekken in Oost, zoals over de KNSM-kraan, Pakhuis De Zwijger en het Flevopark.