Nieuws

Kop Java-eiland voorkeurslocatie Slavernijmuseum

Tijdens de presentatie van het adviesrapport Vertel het hele verhaal in het H’ART Museum wezen kwartiermakers Peggy Brandon, David Brandwagt en John Leerdam het Java-eiland aan als de geschikte locatie voor het Slavernijmuseum. Voor dit besluit deden ze anderhalf jaar onderzoek. De kop van het Java-eiland is ‘een waardige en prominente plek aan doorgaand stromend water’, die goed bereikbaar is en voldoende ruimte heeft om het museum te realiseren.

Het ministerie van OCW en de gemeente Amsterdam gaven de kwartiermakers opdracht een voorstel te doen. Eerder genoemde locaties waren onder andere het Marineterrein, het Nelson Mandelapark en de Zuidas. Tijdens het onderzoek spraken de kwartiermakers met nazaten van tot slaaf gemaakte voorouders en kennisinstituten. Daarnaast keken ze naar andere musea. 

Bedoeling is het museum in een mooi, iconisch gebouw met minimaal drie of vier verdiepingen te vestigen. De 9000 vierkante meter oppervlakte heeft ook ruimte voor een park, horeca en een kindermuseum. In het kenniscentrum kunnen bezoekers hun familiegeschiedenis onderzoeken.

Het museum wordt verdeeld in verschillende tijdvakken, waar de bezoeker steeds een periode van de lange geschiedenis in beeld en met verhalen volgt. Uitgangspunten zijn de trans-Atlantische slavernijgeschiedenis en de slavernij in voormalig Caribisch Nederland en Suriname. Het museum vertelt ook het brede verhaal van de slavernij. Chinezen, Hindoestanen en Javanen die na de afschaffing van de slavernij het zware werk overnamen werden uitgebuit door de Nederlandse staat. De kwartiermakers willen dat het museum de slavernij van nul tot nu belicht en laat zien hoe de zwarte bladzijden uit het verleden nog van invloed zijn op het heden. Dit gedeelte van het museum moet gratis toegankelijk worden.

December 2022 bood demissionair minister-president Mark Rutte excuses aan voor de rol van Nederland in het slavernijverleden. Rutte vindt de komst van het museum “een belangrijk onderdeel van het verhaal achter de komma, na de excuses voor de rol van de Nederlandse staat in het slavernijverleden.” Om recht te doen aan het verleden en samen verder te kunnen is meer inzicht krijgen noodzakelijk. 

Op 1 juli 2023, 150 jaar na de afschaffing van de slavernij in Nederland, hield Koning Willem-Alexander zijn eerste toespraak bij het Nationaal Slavernijmonument in het Oosterpark. “…Voor het overduidelijke gebrek aan handelen tegen deze misdaad tegen de menselijkheid, vraag ik vandaag, op deze dag dat we samen het Nederlands slavernijverleden herdenken, vergiffenis.” Deze excuses zijn historisch. Wereldwijd is Willem-Alexander het eerste staatshoofd dat zich verontschuldigt voor de slavernij. Ook kondigde hij een onafhankelijk onderzoek aan naar de precieze rol van het Huis van Oranje-Nassau in de koloniale geschiedenis en de slavernij.

De kosten van het op te richten museum bedragen tot de opening zo’n 105 miljoen euro. Het Rijk en de gemeente stellen 80 miljoen euro beschikbaar. Zonder aanvulling op het tekort van 25 miljoen euro, wordt het museum – met aangepast budget – van de huidige financiering gebouwd. Na adviezen van de Amsterdamse Kunstraad, de Raad voor Cultuur en stadsdeel Oost nemen de gemeente Amsterdam en het Rijk een definitief besluit. Doel is dat het museum medio 2029 of 2030 opent.