Wonderland

Vroeg Opstaan is een oude bekende van mij. Toen ik nog op school zat trok ik vaak met hem op, maar daarna zijn we elkaar een beetje uit het oog verloren. Gelukkig maar. Ik trek ‘m eigenlijk niet zo goed. Je zou misschien wel kunnen zeggen dat ik hem niet kan uitstaan. Het is inderdaad mijn aartsvijand. Ik zou hem met mijn blote handen willen wurgen.

De laatste tijd staat hij weleens opeens voor de deur. Op een maandag of een woensdag. Dan vertel ik mezelf altijd het zelfde: ‘Shit, nu al?’ Of ‘ik kan nog wel een kwartiertje blijven liggen’. Daarna komt: ‘Nee, ik moet écht vandaag, ik kan echt niet blijven liggen.’ Hij maakt me ook agressief, want ik wil iedereen die iets te maken heeft met zijn komst schoppen. En dan niet een normale trap; nee, een heuse flying kick van een lekker afstandje zo op het neusje. Op dat soort momenten weet ik zeker dat het nooit goed zal komen tussen ons. Ik heb trouwens gehoord dat ‘ie weleens bij iemand op bezoek komt en dan nooit meer weggaat. Hij doet dan alsof hij alleen maar even je nieuwe kindje of zo komt langsbrengen, en voor je het weet verstopt hij zich ergens in je huis om voor zeer lange tijd (jaren) je nachtrust op te fokken. Dat is niet netjes. Ik ken ook mensen die hem leuk vinden. Maar over dat soort volk heb ik het natuurlijk liever niet, je kent me. Vandaag is ‘ie er weer. Ik dacht erover die gast niet binnen te laten, maar die lul heeft de sleutel en nu staat ‘ie voor mijn bed heel erg aanwezig te zijn. Dus ik ga nu stoppen met dromen en de echte wereld in. Helaas. Dag lieve Eenhoorntjes, tot ooit.