Interventie

Bij elk kopje koffie dat ze drinkt trekt ze een lelijk gezicht en moet ze zeggen dat het hele vieze koffie is. Ik weet dat lekkere koffie niet bestaat. Het is gewoon bitterig zwart water. Ze lijkt wanhopig op zoek te zijn naar dat ene lekkere kopje, arm dier. Je zou haar als een ezel een kar kunnen laten trekken als je haar een ‘lekker’ kopje koffie voor de neus hield. Crazy.

Maar wel al jaren grappig. Dat viezekoffie-ding is al gaande zo lang ik haar ken. Ik vind het nu zelfs normaal. Ik zeg meestal nog voordat ze haar koffie drinkt: “Die koffie ziet er niet uit, nikker.” Zo help ik haar een beetje, het is dan minder gek als de koffie inderdaad vies blijkt te zijn. Mijn barmhartigheid kent geen grenzen, lieve mensen. “Vies, toch?” Zeg ik ook heel vaak. Ik ben namelijk een engel, door God gezonden, om goed te doen. In het begin vroeg ik me vaak af waarom ze het bleef proberen omdat ik toen nog geen junks kon herkennen, maar nu zou ik zo bij de Jellinek kunnen werken. (Tenzij de werkdag voor tien uur begint.) “Ik hoor dat ze hier hele slechte hebben.” Is ook een goeie. Cafeïne is a hell of a drug. I’m Rick James, bitch.