Aardbeien in overvloed

Eerst is ’t zo droog dat de worteltjes van mijn jonge aanplant verschrompelen waar je bij staat. Daarna komt er aan de regen geen eind en staat de tuin enige dagen blank. Als ik manlief moet geloven, want ik ben alweer in een andere tijdzone waar het te warm en te klef is. Maar dit terzijde.
Ik moet wel zeggen: Ware het zo dat wij met het gezin van de moestuinopbrengst hadden moeten rondkomen, dan waren wij nu wel enkele kilo’s lichter. Voor mij, met het bikiniseizoen in zicht, helaas een tot de verbeelding sprekende gedachte.
Wat een miserabel tuinjaar heb ik tot nu toe achter de rug! Ik dacht er nog wel zo goed op voorbereid te zijn na vorig jaar. Kasje? Waardeloos! Kruisbessen? Weg! Knoflook? verdroogd! Worteltjes? Ook weg, maar dat kwam omdat Siebe, onze hond, vond dat er een buurkat uit de tuin gezet moest worden… Stel je een hockey meisje voor vijandig doel met kans op doelpunt voor. Mijn hoop is gevestigd op de artisjokken; het water spuit me reeds in de mond!
Vooralsnog rijpen alleen de aardbeien in dermate grote hoeveelheden dat de slakken en pissebedden er niet tegenop kunnen eten. Jam maken is dan de uitkomst.

Aardbeienjam voor Leontine… want die hadden ze niet in China!

Zet 1 kilo aardbeien op, met een bodempje water. Laat ze onder voortdurend roeren met een houten lepel tot moes koken en voeg dan het sap van 1 gezeefde citroensap en 750 gram suiker toe. Laat het mengsel nu, nog steeds roerend, boven laag vuur langzaam inkoken tot je ongeveer nog twee derde van de hoeveelheid over hebt.
Maak 2 à 3 potjes goed schoon door ze uit te spoelen met heet sodawater en na te spoelen met schoon en heet water.
Schep de warme jam in de potjes en sluit deze af met een deksel of plasticfolie en een touwtje. Op koele, donkere plek niet langer dan 2 maanden bewaren.