Sport

Bij DVVA doet iedereen gewoon normaal tegen elkaar

Amsterdam-Oost kent een paar dichtbevolkte gebieden waar het voetbalclubs betreft. Sportpark Drieburg, ingeklemd tussen Gooiseweg en Weespertrekvaart, is zo’n gebied. Op Drieburg huizen vele verenigingen, waaronder DVVA, dat zichzelf graag profileert als gezelligste voetbalclub van Amsterdam. Als je de moeite neemt om door te lezen, weet je straks aanmerkelijk meer over deze studentikoze vereniging.

Het wat verouderde clubgebouw (1986) is eenvoudig doch charmant. De kantine is niet groot, maar heeft een onmiskenbare eigen stijl met houten meubels en de gevulde boekenkast als onbetwist hoogtepunt. Ooit een voetballer een boek zien lezen? Voorbij de bestuurskamer en het materiaalhok, beide zonder opsmuk, vinden we een ietwat donkere kleedkamergang met beiderzijds verbleekte, ingelijste foto’s van DVVA’ers in actie. In de bescheiden kleedruimtes kun je je kont wel keren, maar met moeite. De schitterende muurschilderingen zijn echter een heerlijke traktatie voor de cultliefhebber. Er zijn afbeeldingen van voetbaliconen als Diego Maradona, Johan Cruijff en de adembenemende Braziliaan Socrates, maar evengoed van de in Nederland gehate Duitser Rudi Völler.

Van een club met de naam DVVA (Door Vriendschap Verenigd Amsterdam) verwacht je misschien geen grootse prestaties, vooral omdat DVVA graag vrolijkheid en gezelligheid wil uitstralen. Er wordt dan ook een magische aantrekkingskracht uitgeoefend op (ex-) studenten, die het grootste deel van het ledenbestand uitmaken. De Geelzwarte Leeuwen (bijnaam gebaseerd op de clubkleuren) zouden volgens sommigen vooral in de derde helft (tijdens het bierdrinken dus) onverslaanbaar zijn. Voor enkele teams gaat dat ongetwijfeld op; er zijn liefst veertien herenelftallen en vier dameselftallen. Toch wordt er bij DVVA zeker niet beroerd gevoetbald. Hoewel geen echte hoogvlieger op de amateurvoetballadder, speelt het eerste elftal sinds ruim tien jaar onafgebroken in de tweede klasse op zaterdag (met zelfs een kortstondig uitstapje naar de eerste klasse).

De geschiedenis leert ons dat DVVA in 1931 werd opgericht onder de nostalgische naam ‘Vaart Boys’ (verwijzing naar de Weespertrekvaart). Aanvankelijk zonder thuishaven kwamen de Geelzwarte Leeuwen pas later met buurvereniging JOS/Watergraafsmeer op Drieburg wonen. Tot in de jaren tachtig bezat men een houten clubhuis, dat van ouderdom langzaam ineen dreigde te zijgen. Door de economische malaise richtte DVVA zich, bij teruglopende ledenaantallen, op studenten. Hoewel geboren uit bittere noodzaak bleek dit een gouden greep. De zoete vruchten van deze succesvolle werkwijze worden nog dagelijks geplukt, getuige het grote ledenaantal.

Sinds najaar 2014 is de pas 32-jarige Peter-Paul Timp voorzitter van DVVA. Behalve de voorzittershamer draagt ‘PP’ nog wekelijks zijn voetbalschoenen. Hij acteert in het geelzwarte shirt sinds 2008 en doet dat zeer verdienstelijk: in het tweede elftal. Onbekend in Amsterdam kwam hij (uiteraard) aanwaaien in zijn studententijd. Hij verhaalt over de charme van DVVA: “Het is amateurvoetbal in zijn puurste vorm, een gezellige en hele warme vereniging. Iedereen doet gewoon normaal tegen elkaar en iedereen is welkom. Het eerste staat bij ons niet op een voetstuk, maar alle elftallen vormen gezamenlijk de club en voelen zich ervoor verantwoordelijk.” De voornaamste ambitie van Timp raakt aan het gemoedelijke, fatsoenlijke imago dat DVVA uitdraagt. Hij noemt geen sportieve doelstelling, maar wil dat DVVA een plek is waar mensen graag komen. De leden, hun familie of vrienden, scheidsrechters en niet in de laatste plaats de tegenstanders. Het belangrijkste vindt hij dat mensen zich er thuis en op hun gemak voelen. Het lijkt erop dat deze ambitie ieder weekeinde moeiteloos wordt waargemaakt.

Door Gijs Lauret