Spiegels

Door het tl-licht zagen alle mensen in de wachtruimte er nóg beroerder uit. Elke wond zag eruit alsof hij de prijs voor Lelijkste Wond Ooit wilde winnen. Het was een competitief zooitje. Het bloedende been van de Mexicaanse man en de borstwond van het Noorse vissersvrouwtje leken wel aartsrivalen die elkaar koste wat het kost met grote afstand wilden verslaan. Ogen in handen, vingers in blikjes, de verdomde paralympics hiero. Toch was niemand er zo slecht aan toe als ik. Maar alleen ik wist dit en ik was ook nog eens als laatste binnengekomen. Ik leed niet aan een extern mankement dus iedereen begon naar me te jammeren alsof ik één of andere kutdokter was. Ik sloeg de patiëntjes van me af en liep een willekeurige deur door met het idee dat daarachter de oplossing voor mijn blessure klaarlag. Ik hoopte dus eigenlijk op een wonder, doodnormaal gedrag voor een bijna dood mens.
Het was het toilet en een Nepalees zonder gezicht zat te poepen of te bevallen, ik kon het verschil niet goed ruiken omdat alle geuren uit de wachtruimte samen tot een supergeur waren gefuseerd. Kreunend van de pijn bood ik netjes mijn excuses aan, verliet het toilet en sloot de deur. Er waren inmiddels meer wachtenden bij gekomen en ik had me niet aangemeld dus ik was wederom nog verder van huis. Ik ging maar naar huis voor meer drugs, die had ik daar nog liggen van de vorige afterparty. Dus appte ik een Uber om niet in een tram te hoeven zitten. Buiten stak ik de lekkerste en smerigste sigaret tegelijk ooit op en rookte deze stoer op. Deze dag zou alleen nog maar erger worden en ik had niemand om op te bellen.