Ondernemen, de bouwsteen

Ik ga een winkel openen. Ik weet alleen nog niet wat ik ga verkopen. Abonnementen denk ik. Maandelijkse monnie. De ruimte is al gehuurd, het is een mooi pandje in de Pieter Cornelis. De huur is wel gek hoog dus ik moet snel iets verzinnen om te verkopen aan die zwervers die door deze straat lopen. Geblondeerde oude takken en ratten van mannen in veel te dure koekblikken van meestal Duitse makelij. Wat hebben zulke wezens maandelijks nodig? Schaamte misschien maar dat zouden ze nooit kopen. Smaak valt ook niet te verkopen. Wacht ik pas mijn opdracht aan. Wat kopen rijke mensen zonder smaak of schaamte? Slaven natuurlijk! Kindslaven zijn misschien nog beter. Nou moet ik nog even uitzoeken welke formulieren van de gemeente ik hier voor nodig heb. En hoe noem ik de winkel? Slavenboer kan niet echt. Ik moet het anders verpakken. Semi-adoptie ofzo. Au pair kantoor. Hier moet ik nog even over nadenken.
Oké, dat is soort van geregeld. Waar haal ik mijn handel vandaan? Afrika springt meteen in mijn hoofd maar er zijn hier nu wel een hoop vluchtelingen die hun kindjes op pad willen sturen voor wat geld. Dit zou kunnen werken. Heerlijk wanneer mijn plannen goud blijken. De winkel moet trouwens meer zijn dan alleen dat. De trend is nu dat je koffiezaak ook een kapperszaak is, dus misschien kan ik de slavenhandel combineren met iets van consultancy. Deze maatschappij staat te springen om mijn kunde en wetenschap. En natuurlijk mijn wijsheid. Consultancybureau en Help Een Vluchteling kantoor Wartaal. Zoiets. Snel ff pen en papier pakken om dit geniale idee op te schrijven, anders vergeet ik het weer.