Geschiedenis

Toen en nu in de Dapperbuurt

Wie voor 1886 het dan nog binnen de stadsmuur gelegen Amsterdam door de Muiderpoort verliet, kwam in een polderlandschap met de grootste boomkwekerij van Europa. Verderop lag de Koninklijke Nederlandse Tuinbouwmaatschappij Linnaeus, die net als de huidige Linnaeusstraat is vernoemd naar de Zweedse arts, geoloog, plantkundige en zoöloog Carl Linnaeus.

In 1875 onderzoekt de stad de uitbreidingsmogelijkheden in de Over-Amstelpolder. Stadsplanoloog Kalff ontwerpt de Dapperbuurt, een van de oudste wijken in Oost. Een jaar later staan tussen de weilanden en tuinderijen op de Wagenaarstraat de eerste huizen. Later volgen de Commelin- en Von Zesenstraat. De rest van de wijk wordt in hoog tempo gerealiseerd. De panden zijn vaak van slechte kwaliteit. In 1899 stort een huizenblok aan de Pieter Nieuwlandstraat/hoek Dapperstraat in elkaar.

Vrijwel alle straten in De Dapperbuurt herinneren aan schrijvers en geleerden. Jan Wagenaar was een geschiedschrijver, Daniël Albert Wyttenbach een hoogleraar in de klassieke talen en Pontanus een arts, wijsgeer en historicus. Olfert Dapper was geograaf, polyglot en geschiedschrijver. De Pieter Nieuwlandstraat, die eigenlijk Derde van Swindenstraat zou gaan heten, is vernoemd naar een wetenschapper. Plantkundige en mycoloog Johanna Westerdijk, naamdrager van de kleinste straat van de Dapperbuurt, was de eerste vrouwelijke hoogleraar in Nederland. Meest zichtbaar is het werk van Jean Henri van Swinden. Deze Nederlandse wis- en natuurkundige voerde de huisnummering in.

In de beginjaren trekt de Dapperbuurt vrij veel Joodse bewoners aan, al wordt het geen echt Joodse buurt zoals het noordelijk deel van de Weesperzijde en de Transvaalbuurt. Voor de bezetting wonen er zo’n 400 Joden. Diamantslijper Ricardo op de Wagenaarstraat heeft ongeveer 600 arbeidsplaatsen voor Joden. Op de Commelinstraat zijn twee synagogen. Na de Eerste Wereldoorlog en in de crisisjaren neemt de handel in diamanten flink af. Tijdens de holocaust worden in de Dapperbuurt bijna alle Joden afgevoerd en vermoord. Ruim 11.000 joden zijn door de nazi’s vanaf het nabijgelegen Muiderpoortstation naar vernietigingskampen gedeporteerd. Tram 8, die vanaf het station naar de Hollandsche Schouwburg op de Plantage Middenlaan reed, is na de bezetting nooit teruggekomen. Het Muiderpoortstation verwerkt momenteel zo’n 16.000 reizigers per dag.

Muiderkerk
In 1880 zijn de woningen aan de oneven kant van de Eerste van Swindenstraat klaar. Makelaar J. Brouwer komt op nummer 77 te wonen en start vier jaar later een inzamelingsactie voor een eigen kerk in de Dapperbuurt. Het bestuur van de Hervormde Gemeente van Amsterdam is niet enthousiast, maar stemt uiteindelijk in met het plan omdat de katholieken al hun Bonifatiuskerk en de gereformeerden de Funenkerk hebben. Dit verklaart, net als in andere oude Amsterdamse buurten, het groot aantal voormalig schoolgebouwen in de wijk. Destijds was het uit den boze dat kinderen met katholieke en protestantse achtergronden dezelfde school bezochten, laat staan een openbare school.

Ds. Vos, voorzitter van de commissie die de Muiderkerk bouwt, is verheugd dat de grond van de katholieke boomkwekerij Groenewegen in hervormde handen komt. Juli 1891 begint het heien. De eerste steenlegging van de Muiderkerk is op 1 april 1892. Voor Vos is deze dag ‘symbolisch’. Drie eeuwen eerder veroverden de Geuzen op dezelfde dag Den Briel van de katholieke Spanjaarden. Tweede kerstdag 1892 opent de kerk.

Bijna een eeuw later, op de laatste dag van oktober 1989, gaat de Muiderkerk grotendeels verloren bij een brand. De toren overleeft het vuur. In 1997 begint de bouw van een nieuwe kerk. De maatschappelijk zeer betrokken Muiderkerk staat bekend als links en is ronduit tegen kernwapens. Het bestuur organiseert de Amsterdamse deelname aan vredesdemonstraties, zet zich in voor vluchtelingen en de rechten van LBGTQ+’ers en gaat ook naar Black Live Matter-demonstraties. De (kwalijke) rol van de kerk in het slavernijverleden wordt kritisch bekeken. Als uiterst conservatieve christenen in de VS met de zogeheten Nasvilleverklaring komen, hijst de Muiderkerk onmiddellijk de regenboogvlag.

Oosterpark
De boerderijtjes aan de overkant van de Muiderkerk wijken in 1891 voor de aanleg van het Oosterpark. De in 1866 vlak bij het huidige Tropeninstituut geopende Oosterbegraafplaats, wordt ondanks veel protest verplaatst naar de Nieuwe Oosterbegraafplaats in de Watergraafsmeer. Het door Leonard Springer in Engelse landschapsstijl ontworpen Oosterpark is na het Wertheimpark (1812, toen nog ‘Het Park’) en het Sarphatipark (1885), het derde door de gemeente aangelegde park. Door de drassige bodem is het park meerdere keren gerenoveerd. In 2015 werd de oppervlakte van het gebied aan de noordzijde vergroot tot aan de Mauritskade. Het Oosterpark is na het Vondelpark het drukstbezochte park van de stad en heeft veel beelden. Meest bekend zijn het Slavernijmonument en De Schreeuw, dat naar aanleiding van de moord op Theo van Gogh werd geplaatst.



De Dappermarkt
Eind 19e eeuw groeit de Dapperbuurt uit tot een levendige arbeidersbuurt. Venters met handkarren verkopen eieren, fruit, vis en vlees. Sommige gelegenheidsventers verschijnen alleen als zij goedkoop aan hun spullen komen. In de volksmond heten zij ook piekaniers. Begin 20e eeuw is er zo’n overaanbod van venters dat ze soms vechten om een plek. De gemeente grijpt in. Op 18 april 1911 worden het Dapperplein en een gedeelte van de Dapperstraat aangewezen als gebied voor een vrije markt. Dit is het begin van de huidige Dappermarkt, die aanvankelijk alleen op zaterdagavond is toegestaan. Een jaar later is de markt ook op doordeweekse dagen.

Eerste van Swindenstraat
De Dapperbuurt groeit uit tot een drukbezocht winkelgebied. De Eerste van Swindenstraat, tot de komst van de Tweede van Swindenstraat in 1877 de Van Swindenstraat, profiteert mee van het succes van de Dappermarkt en wordt een belangrijke winkelstraat. Ongetwijfeld door de diamantslijpers op de Wagenaarstraat is het in trek bij juweliers, waarvan er tot heden veel van zijn in de Dapperbuurt. Met name op zaterdag zijn de markt en Eerste van Swindenstraat vol met winkelpubliek. In een poging de verkeersoverlast in het gebied te bestrijden, gaan de parkeertarieven onevenredig omhoog. Sinds 2023 heeft de Eerste van Swindenstraat nog maar een rijrichting.

Nieuwe tijden
Door de jaren heen maakt de Dapperbuurt meer grote veranderingen door. Voor de markt heeft dit nadelige gevolgen. Tot eind jaren ’90 doen veel buurtbewoners overdag boodschappen. De nieuwe groep inwoners – vaak tweeverdieners – gaat ’s avonds naar de supermarkt of bestelt online. Waar andere winkelgebieden inzetten op exclusiviteit en curiositeit, blijft de Dappermarkt achter bij het inspelen op nieuwe trends en is het aanbod eenzijdig. De zaterdag, die jarenlang veel goedmaakte, gaat verloren tijdens de coronacrisis en herstelt zich onvoldoende.

Vaste ijkpunten op de markt houden stand, de nieuwe ondernemers hebben het zwaar. Het grote verloop van ondernemers op het Dapperplein, ooit het pronkstuk van de markt, illustreert dit. Het gedeelte van de markt tussen de Eerste van Swindenstraat en de Wijttenbachstraat is nog druk bezet. Richting Mauritskade, tot 2013 met bus 22 bereikbaar, zijn de laatste jaren regelmatig lege plekken. Begin deze eeuw was dit ondenkbaar. Initiatieven het ondernemen in de Dapperbuurt te stimuleren laten vooralsnog nog geen grote veranderingen zien.

Begin jaren ’70 is de Dapperbuurt het voorbeeld van stadsvernieuwingsbuurten. Op braakliggend gebied langs het spoor worden de Roomtuintjes aangelegd, de ruime appartementen liggen in hoven en hebben veel licht en groen. Hoewel de stadsvernieuwing tot halverwege de jaren ’90 doorgaat, volgt deze meer het oude plan van Kalff. Veel sociale woningen die zijn gebouwd of gerenoveerd tijdens de stadsvernieuwing komen in particuliere handen. De markt voor een betaalbaar (huur)onderkomen is hierdoor krapper.

Luchtspoor
Stadsplanoloog Kalff, oorspronkelijk een spoorwegingenieur, is in 1883 chef van de Dienst Weg en Werken van Staatsspoor en geeft leiding aan de aanleg van een spoorlijn met eigen station in Amsterdam. Hij heeft grote plannen met de door hem ontworpen Dapperbuurt. Vanaf de Zeeburgerdijk zal een open ijzeren luchtspoor door de Commelinstraat en Plantagebuurt naar het Waterlooplein rijden. Onder het zes meter hoge ijzeren viaduct is ruimte voor een winkelgalerij. Het komt nooit zover, wel zijn in 1939 alle treinsporen in Oost verhoogd. Spoorwegovergangen zijn hierdoor verleden tijd. Om Spoorwegwerken Oost te realiseren is het oude Muiderpoortstation in 1937 gesloopt. Dit station had aansluiting op tramlijnen in de Eerste van Swindenstraat. Het huidige station opent twee jaar later. Het oorlogsverleden drukt een grote smet op het gebouw en de NS. Een monument en een fototentoonstelling herinneren aan deze beangstigende, duistere en trieste periode. Er zijn (omstreden) plannen in de oude stationshal een nachtclub te beginnen.