SMAKELIJKE HORROR (een vakantieverhaal)

Mijn vader zegt altijd: ‘’Op vakantie maak je lol aan de kust, maar je eet in de bergen.’’ Tien minuten van de kust het land in, is het eten lekkerder, authentieker en goedkoper. En de mensen…nee niet per definitie vriendelijker, wel anders.

Wat is de tactiek? Je vraagt een ‘local’ zijn drie lievelingsgerechten op te schrijven in zijn moerstaal. Gewapend met dit papiertje pak je de auto en rijd je 10 minuten landinwaarts de bergen op. Vervolgens pak je het eerste eettentje dat je tegenkomt, gegarandeerd goed.
Dit jaar zat ik met mijn vriendin op het Griekse eiland Lefkas. Op dag drie hadden we onze bestelling op papier en reden we vol goede moed omhoog. Een prachtige slingerweg met aan beide zijden olijfbomen bracht ons naar een klein dorpje waar we werden verwelkomd door spelende kinderen en zwerfkatten. Stapvoets reden we rond op zoek naar een slager genaamd Nuno (Noenjo). Ons was verteld dat hij het terras voor zijn slagerij ’s avonds gebruikte om heerlijke vleesgerechten te serveren.


Opeens stond hij daar, hand in de lucht gestoken, alsof hij ons verwachtte. Een brede lach in een ongeschoren gezicht, een dikke buik half bedekt door een vettig hemd. Slepend met een been dirigeerde hij onze auto aan de kant. We lieten het over ons heen komen. Toen hij ons een tafeltje had gewezen overhandigden we hem ons papiertje. Zwaar ademend en steunend op zijn goede been, probeerde hij de bestelling te lezen, maar tevergeefs. Zo te ruiken had hij al een Ouzo of wat op en lezen ging niet meer. Maar hij had vaker met dit bijltje gehakt. Vanuit zijn tenen kwam een dikke vette lach opwellen en hups daar ging ons briefje de lucht in. Hij gebaarde ons mee en we volgden manke Nuno naar een klein hokje aan de zijkant van het gebouw. De wit betegelde ruimte was niet groter dan 2X3 meter, met achterin een grote roestige koelcel. Er stonden twee houten hakblokken en er hing een weegschaal met een grote vleeshaak eraan. Een keur aan vleesmessen en hakbijlen hing aan de wand. En alles, maar dan ook alles zat onder de bloedspetters; de vloer, de tegels, de koelcel, de weegschaal, zelfs Nuno nu we hem in het licht zagen. Baantjer zou een moord doen voor zo’n plaats delict. Nuno zwaaide de zware deur van de koelcel open en stapte op zijn pantoffels naar binnen. Geiten, lammeren, kippen, darmen, levers, en stierenballen, de cel was tot aan de nok gevuld met vlees. En ik moet toegeven, we moesten even flink door de entourage heen bijten, maar verser en hormoonvrijer dan dit kan je het thuis niet krijgen. Trots hield hij het ene stuk vlees na het andere op. Na vijf minuten waren we klaar met kiezen.


We namen plaats op het terras. Nuno verdween met het vlees naar achter. Daar brandde een groot vuur dat we vanaf het terras niet konden zien, maar de gloeiende hitte weerkaatste onmiskenbaar tegen de muren. In het schijnsel waren schaduwen druk in de weer met het betere bak- en roosterwerk. Na tien minuten kwam een grove, enigszins gezette vrouw aanzetten met onze gerechten. Het bleek Nuno’s vrouw. Met een grote glimlach zette ze onze gerechten voor, ‘kali orexi!’ In een roes hebben we ruim een uur zitten schransen van de heerlijke schatten uit Nuno’s koelcel terwijl de wijn rijkelijk bleef vloeien. En niet alleen bij ons, Nuno schoof bij alle gasten aan, tevreden slokkend van de drankjes die hij als dank overal kreeg aangeboden. Tegen de tijd dat hij bij ons aan tafel kwam afrekenen, was hij zo dronken dat hij naast de stoel ging zitten. Daar lag hij onder onze tafel, bulderend van het lachen. Het boeide hem niet. Ik hielp ‘m overeind. Vervolgens rekende hij te weinig, gaven wij teveel fooi en zo was alles in balans.


Toegegeven, het vergde enige moed om aan te schuiven bij Nuno en zijn vrouw, maar mijn vader had weer gelijk gekregen. Het eten was zó ongelofelijk smakelijk. Dromerig en met teveel wijn op lieten wij ons in ons autootje de berg afzakken. Mijn vriendin dommelde meteen in. Ik stelde me Nuno en zijn vrouw voor nadat ze de laatste gast hadden uitgezwaaid. Hoe ze buiten, ieder gezeten op een hakblok, een fles Ouzo buit maken. Hoe Nuno met zijn vettige vinger een bloedspatje van haar wang veegt en hoe zij hem verliefd aankijkt. Nog steeds, na al die jaren is hij haar lieve slagertje. Het was een mooie avond.