Winterpret

Sneeuw of geen sneeuw, ijs of geen ijs, dat is de vraag. Iedereen houdt van andere dingen, dat is helemaal niet erg. Frank bijvoorbeeld wordt kinderachtig wanneer het wit is buiten. Nog een beetje vorst erbij en dan weet hij ineens alles over windwakken en praat hij over het aangroeien van ijs alsof hij het over z’n kind heeft.
Zij heeft er vooral last van. Van de kou, van de sneeuwprut. Van Frank die zijn schaatsen aan het invetten is terwijl zij in haar eentje de zoveelste film in de dvd-speler stopt.
‘Het is februari! Waarom denkt iedereen dat de winter in februari al is afgelopen. Sinds wanneer is het lente in februari? Nou?! Dit is volstrekt normaal. Het hoort nu koud te zijn!’
‘En als het koud is blijf je binnen.’
‘Vind jij.’
‘Ja, dat vind ik en je gaat je leven toch niet wagen op dat dunne ijs!?’
‘Jij kent het onbeschrijflijke gevoel niet. Het gekraak, geknisper en geknerp.’
‘Ik geloof niet dat ik het wil kennen als ik jou er zo over hoor.’
‘Dan niet.’ Hij haalde zijn schouders op.
‘Een klein jongetje is trouwens ernstig gewond geraakt bij het sleeën he. In het park. Wist je dat al wel?’
‘Vervelend, maar ik weet niet wat dat er mee te maken heeft. Laat me toch gewoon. Laat me gewoon met rust.’
‘Maar ik wil alles met je delen en dit kan ik niet met je delen. Ik wil je begrijpen, maar ik verbaas me en dat verbazen is niet positief.’
‘Je vindt me dus gek?’
‘Ja, eigenlijk wel. Het spijt me.’
‘Dat hoeft je niet te spijten hoor.’
‘Kijk eens naar buiten schatje…’
Voor het raam dwarrelden witte vlokjes. De wind tilde de sneeuw even op voordat het als een dekentje op het kozijn landde.
Frank vloekte en gooide de lap waarmee hij zijn schaatsen opwreef van zich af. Hij gaf een stomp op de bank en vloekte nog eens. ‘Nu kunnen we het vergeten.’
‘Wat bedoel je?’ vroeg ze hoopvol.
‘Dit is echt slecht nieuws. Jij weet niet wat dit inhoudt. Het dunne ijs zal niet meer groeien. Ik ga werken.’
‘Oh dat wist ik niet. Vervelend.’
Frank keek verslagen.
‘Liefje, blijf binnen, het gaat steeds harder sneeuwen. Kijk maar.’
Hij twijfelde en zij zette door. ‘Het is nu glad en voordat je bij kantoor bent, moet je alweer terug… Zal ik het gordijn dicht doen, dan zie je die sneeuw ook niet.’