‘Weet jij wat er na de dood is, Elkie?’ vraagt Fabio. Hij staat in mijn woonkamer en drinkt uit het literpak chocomelk waar hij vanochtend mee aankwam.
‘Hoe moet ik dat weten?’
‘Geloof jij in de hel of de hemel?’
‘Nee.’
‘Maar als jij mocht kiezen: de hel of de hemel?’
‘Dan koos ik toch maar voor de hemel.’
‘Dus jij gelooft wèl!’
‘Voor de zekerheid kies ik dan de hemel.’
‘Jij denkt: het is werken, werken, werken en daarna niks meer?’
‘Ja.’
‘Dan is alles zinloos.’ Hij verfrommelt het lege chocomelkpak. ‘Wie speelt er hier gitaar?’ In een hoek van de kamer staat een gitaar. Fabio pakt ‘m voorzichtig op, strijkt over de snaren en dan komen de akkoorden. Even later speelt de schoonmaker gitaar en zingt daarbij een droevig Portugees liedje.