Stel je hebt een architectenbureau. Zeg NAT. Je deelt je kantoor met een ander architectenbureau, noem het Mopet, en de gemeente schrijft een prijsvraag uit waarbij zij een kavel beschikbaar stelt voor Collectief Particulier Opdrachtgeverschap. Wat doe je dan? Je slaat de handen ineen, belt al je vrienden of ze zin hebben om met jou in een blok te gaan wonen en je begint te tekenen. Je wint en daar woon je dan.
Het is een wat eenvoudige weergave van de werkelijkheid, maar in wezen komt het hier voor de bewoners van ‘het IJnde’ wel op neer. Twintig huizen, bewoond door twintig vrienden in blok 118 op het Steigereiland.
Tijd om langs te gaan. Wat aan dit ‘architectenblok’ meteen opvalt zijn de witte huisjes op het dak en de ramen aan de straatkant. Deze ramen lijken over de strakke muur te zijn uitgestrooid en verschillen allemaal van formaat. Wat blijkt: de bewoners hebben zelf gekozen waar hun ramen kwamen en hoe groot die gingen worden. Maar daar bleef het niet bij. Ook met de keukens, kamerindelingen en schoorstenen is flink heen en weer geschoven. Op papier weliswaar. Want ook hierover mocht iedereen individueel beslissen. Wat dat betreft zou Frank van Manen van NAT het project niet snel overdoen: “Gek werd ik van al die wijzigende ontwerpen. Nee, dan bepaal ik het liever zelf.” Ik vraag hem naar de huisjes op het dak. “Het zijn de opgangen naar het dakterras. We kozen voor wit omdat die kleur goed weg zou vallen tegen de grijze lucht in Nederland. Maar nu zegt iedereen: ‘O, dat blok met die witte huisjes…’ Grappig toch.”
Alle woningen op de eerste etage grenzen aan een gigantisch terras. Door een van de bewoners, Ruud Stoelinga, steevast ‘het dek’ genoemd. We lopen erover naar buurman Joep Zeip. Hij zit op de bank. Achter hem op het raam een tekening gekalkt met Sint was here. We besluiten het dak op te gaan. Zachtjes, want vrouw en kinderen liggen al te slapen. Het is nat en donker buiten, maar het uitzicht is spectaculair. Daar ligt het IJ, zwart bijna, en in de verte de Arena. Joep wijst op een uitsparing in zijn dak: “Toen we hier net woonden was het heel heet. En ging mijn dochter hier slapen met een vriendinnetje. Het paste precies. En weet je wat het mooie was? ’s Ochtends zorgde het witte huisje voor schaduw waardoor zij heerlijk uit kon slapen. Ik trof haar met een blad vol koud geworden kopjes thee.”
Stel je hebt een architectenbureau. Je doet mee aan een prijsvraag en je wint. Stel dat een vriend dan boven je komt wonen. En stel dan dat zijn dochter wakker wordt in de schaduw van een door jou ontworpen huisje op het dak. Zoiets verzin je niet. Dat gebeurt gewoon.