Het pakket kwam voordat we naar Texel vertrokken, dus ik kreeg geen kans om de inhoud te bekijken.
Een week later, uitgewaaid en uitgerust, ging ik opgetogen aan de slag. Er zat enorm veel plakband omheen en dat wekte al wat irritatie op. Ik moest voor werk op reis, er lag nog wat achterstallig onderhoud en dus, zou Carmiggelt zeggen, was mijn goede humeur ‘nogal breekbaar’.
Toch het pakket uitgepakt en even later lag het als een broeikasje uitgespreid over de ateliervloer. Man keek bedenkelijk. Ik deed alsof ik ’t niet zag en sjouwde opgetogen het hele zaakje de tuin in. Hij zette het kasje in elkaar, wetende dat mijn breekbaar humeur en mijn weinige geduld een explosieve combinatie vormt. Even later is de bedenkelijke blik bewaarheid, het past maar deels in elkaar en dat deel is ook nog wiebelig ook!
Ik kwaad. Mijn ongenoegen getypt naar de Vreeken-vrienden en inderdaad, het was hun ook al opgevallen dat de kwaliteit deze Engelse fabrikant achteruit ging. Tsja, China hè.
Laat dat nu precies het land zijn waar ik straks werk en waarvan ik weet dat kwaliteitsverlies tot stand komt door slechte begeleiding en uitgeknepen contracten met ‘overseas’ partners… Anyway, het kasje gaat weer terug. Ik laat er daar wel eentje maken.
Het gerecht waar in China alles mee begint of eindigt sinds de Sui dynastie:
炒飯 (Tjauw Faan)
Ga uit van 4 koppen gekookte rijst en voeg de rest toe.
Kook de rijst, laat het afkoelen.
Bak in de wok garnalen, daarna het varkensvlees kort. Leg apart en maak daarna de wok schoon.
Wok daarna kort de lente-ui en de doperwten (tot ze fel groen zijn). Leg ook apart.
Klop 3 grote eieren.
Maak 2 theelepels sesamolie heet in de wok en bak de rijst totdat de korrels helemaal los geroerd zijn. Doe dan de eieren erbij, blijf roeren totdat alle rijst een laagje ei heeft. Voeg op het laatst de andere ingrediënten weer toe.
Breng op smaak met zout en peper.
Warm serveren!