Cultuurverschillen

Reizen is fijn, het schudt je wakker en houdt je alert. Er waren veel dingen in den vreemde die mij hebben bevreemd. Zoals de grote borden in de Dubai-mall die bevelen je netjes te kleden: geen blote schouders of knieën. Om vervolgens overal korte jurkjes zonder mouwen in de etalages te zien hangen. Of wakker gemaakt worden in de Trans Siberië Express, en dan vrezen in een SM-nachtmerrie te zijn beland. Bleek het gewoon de Russische grenspolitie te zijn.

Die korte rokjes, hooggehakte laarzen tot op de knie, lange leren jassen en dunne zwarte stokken! Onze Britse medereizigers werden er botergeil van. Gelukkig dachten de grensdames dat: ‘spank me, spank me’ ‘dank je, dank je!’ betekende. Of de inktvis in Zuid-Korea die nog kronkelend werd geserveerd met chilisaus. Nu is het heel onbeleefd om in Korea eten af te slaan. Ik besloot mij Koreaans te gedragen: vriendelijk blijven lachen en de inktvis negeren.

Maar andersom zijn er veel mensen die Nederland een nogal eigenaardig land vinden. De Amerikanen zijn bijvoorbeeld nogal obsessed met ons drugsbeleid, om van het red light district maar niet te spreken. Zij vinden het ‘extreme and bizarre’, en natuurlijk erg spannend.

Ik heb een Chinese kennis of vriendin (ik mag van haar niet te specifiek zijn in deze blog, ze snapt niet dat Nederlanders er niet meteen op los slaan als hun cultuur wordt beledigd, in tegenstelling tot Chinezen die een robbertje vechten op zijn tijd wel kunnen waarderen). Zij vindt Nederlanders juist zoutloos en saai. Ze eten vies en flauw, en dat is ook hoe ze zijn. Je bent wat je eet. Er is geen land op de wereld waarin rijke mensen vrijwillig vies en goedkoop eten naar binnen werken (denk: Knorr Wereldgerechten). Chinezen daarentegen, beweert ze, eten bij voorkeur bedreigde diersoorten als ze rijk zijn. Nederlanders vindt ze extreem zuinig, zij lijken wel gierig.

In Thailand waren mensen erg nieuwsgierig naar Nederland. Ze dachten dat Nederland heel mooi was, veel Thai wilden graag naar Nederland komen. Sommige vrouwen zeiden dat ik het maar goed had geregeld, trouwen met een blanke man. Dat wilden zij ook wel. Ik vertelde hun dat mijn man echt aardig is maar ook wel duur, high maintenance zeg maar. Ik keek er heel ernstig bij, dat was niet moeilijk, ik vind het ook een serieuze kwestie. De dames verzekerden mij dat ze echt niet lui waren, ze wilden best werken. Ik waarschuwde ze dat de stranden aan de Noordzee niet in de verte lijken op die van Thailand. Dat de regen in Nederland geen dansje waard is. En dat er niet op elke hoek van de straat heerlijk eten te vinden is. De vertwijfeling sloeg even toe. En ik vertelde ze over IJburg. Het enthousiasme laaide meteen weer op: “Hoor je dat, IJburg is net als Singapore. Nederland gaat net als Singapore de strijd aan met het water. Daar willen we wonen!”

We denken dat we in Nederland zo heel gewoontjes zijn (doe maar gewoon, dan doe je al….). Maar door de ogen van anderen zijn Nederlanders misschien wel extreem. Zij zijn extreem lang, er heerst een extreem drugsbeleid. Zij zijn extreem rijk, extreem zuinig en extreem saai. En er willen extreem veel mensen wonen.