Jan geeft Sterren

2 sterren voor Woontoren Fibonacci: ‘Ik word niet bang, maar wel een beetje somber’

Op een gure dag in april sta ik voor Fibonacci, een gebouw dat genoemd is naar een Italiaanse wiskundige uit de 12de eeuw. De lucht is egaal grijs. Geen spoortje zonlicht te zien, geen enkel kleurverschil in het wolkendek. Alsof er een deken in RAL 7035 uitgerold is boven de stad. Ik ben niet enthousiast over Fibonacci. 
Een zestig meter hoge woontoren met een halfhoog stuk en een lager deel eraan vastgebakken. Een kolossale en slecht geproportioneerde bouwmassa die ontstaan is door de ongelukkige vorm van de bouwkavel en de maximale bouwhoogtes uit het stedenbouwkundig plan. De kavel heeft grofweg de vorm van een taartpunt en ligt ingeklemd tussen de spoordijk en de Panamalaan in Amsterdam-Oost. Om maar geen vierkante meter te laten liggen zijn de gevels precies op de rooilijnen gezet en opgetrokken tot de maximaal toegestane hoogte. Zo is een vormeloze bouwmassa ontstaan met in het halfhoge deel een heel onprettige puntige vorm. Dit is niet feng shui. 
Een lezer van de Brug schreef mij naar aanleiding van mijn lovende stuk over het Nhow Hotel: ‘Ik, als mens!, ervaar drie liggende, enorme driehoeken op elkaar in een nota bene dichtbebouwd gebied als een dreiging; ik word er bang en somber van. Nhow Hotel is in mijn ogen NUL sterren waard.’ Hoewel ik het Nhow Hotel erg mooi vind, ben ik het met de briefschrijfster eens dat puntige vormen in gebouwen niet fijn aanvoelen. Ik word niet bang van Fibonacci, maar wel een beetje somber. 
Aan de inzet van architect diederendirrix heeft het niet gelegen. Schijnbaar eindeloos is in de gevel gevarieerd met strookjes grijs beton en bruine baksteen in verschillende maten en richtingen. De kleur van de baksteen ligt te dicht bij de kleur van het beton, waardoor het geheel een duffe en grauwe uitstraling heeft. De steen had meer kleur moeten hebben, donkerder, roder. Hier en daar overheerst het beton, op andere delen overheerst de baksteen. Het lijkt of de architect niet heeft kunnen kiezen voor een van beide materialen. 
Om daglicht te brengen in een atrium is over de gehele hoogte van de toren een verticale raamstrook aangebracht. De raamstrook loopt niet recht door van boven naar beneden, wat je zou verwachten, maar wordt hinderlijk onderbroken door luchtroosters die soms links en soms rechts in de glasgevels zijn geplaatst. De verticale glasstrook verpest het ritme en de balans in de gevel. De bedoeling van de architect was ongetwijfeld om een gevarieerd ritme in de gevel aan te brengen dat recht doet aan de menselijke maat en de ligging van het gebouw aan de rand van het Oostelijk Havengebied met zijn veelgeprezen, doorwerkte architectuur. Dit plan heeft duidelijk te lang op de tekentafel gelegen. 

Reacties naar jved@dorensarchitects.nl