De veranderende stad - van IJ tot Z

‘Plaats het slavernijmonument bij het Nationaal Slavernijmuseum’

Op Java-eiland moet rond 2030 het Nationaal Slavernijmuseum zijn deuren openen. De kop van Java-eiland is een potentiële droomplek. Maar vooral als het museum wordt geflankeerd door het slavernijmonument uit het Oosterpark. 

Het museum moet nog gebouwd worden, maar de eerste expositie is al geopend. In het Verzetsmuseum is een pop-upexpo Verzet tegen slavernij. Tot en met 11 augustus is de tentoonstelling te zien. Verwacht er geen maquette van het toekomstige museum, want het ontwerp is er nog niet. De belofte dat het een spectaculair gebouw wordt is zichzelf vooruitgesneld. Decennialang is de in het IJ stekende smalle kop van Java-eiland gereserveerd voor een bijzondere bestemming. 

Iconisch gebouw
Menig architect zal ervan dromen dit onderkomen te ontwerpen. Er komt een internationale architectenwedstrijd. Een iconisch gebouw moet het worden, van ongeveer negenduizend vierkante meter met een groene buitenruimte en plek voor bezinning en culturele activiteiten. Op deze grootse plek, wat kan er nog misgaan? 

Nou, een heleboel… Om te beginnen is de ruimte groot en weids. En negenduizend vierkante meter is niet veel. Het naastgelegen Hotel Jakarta is beduidend groter. Het tijdelijke schoolgebouwtje van 4500 vierkante meter op de desbetreffende plek was compleet onzichtbaar. Aan de nabijgelegen Veemkade staan enkele torens van 50 meter en over tien jaar staan er op driehonderd meter afstand in het Hamerkwartier twintig torens van 50 tot 110 meter. In die zee van kolossen wordt het museum een iel gebouwtje. De ontwerpopgave lijkt een mission impossible. Het kan alleen een iconisch gebouw worden als de architect met een uitzonderlijk slim ontwerp komt.

Bronzen blikvanger 
Er is één manier waarop het bescheiden museumgebied extra aandacht op zich kan vestigen. Het slavernijmonument kan het verschil gaan maken. Het bronzen monument uit 2002 van Erwin de Vries staat nu nog verstopt in de uiterste zuidhoek van het Oosterpark. Achter bomen en struiken, met aan twee zijden een hoog hek. De parktoegang ter hoogte van het monument zit vanwege verkeersveiligheid potdicht. De gemeente erkent de matige bereikbaarheid en zichtbaarheid. Om die reden wil het na de zomer starten met een drie miljoen euro kostende herstructurering. De hoop is dat het verscholen gedenkteken dan beter uit de verf komt. Maar verdient dit indrukwekkende monument niet een beter zichtbare plek in Amsterdam? Dat geld om de zichtbaarheid te verbeteren kunnen we beter investeren in de verplaatsing ervan naar die ultieme locatie op de uiterste kop van Java-eiland. Een landschapsarchitect kan het park met monument en het museum tot een visuele eenheid smeden – zo wordt het museumareaal groter. Plaats het slavernijmonument op een hoog plateau, dan kan niemand er zijn ogen van afhouden. 

Gelukkig is het renovatieplan van het Oosterparkmonument nog niet in de fase van definitief ontwerp. Een stad die zijn rijkdom heeft verkregen door de slavernij is verplicht de best denkbare locatie te schenken aan deze gedenkplek. Midden in Amsterdam, naast het Slavernijmuseum. Wie het Centraal Station uitrijdt kan het niet missen, passerend verkeer wordt geconfronteerd met dit indringende beeldhouwwerk. Zo ziet rechtvaardigheid eruit.