Nieuws

‘We willen een wereldspeler zijn’

Het Instituut voor Nanolithografie (INL) komt eind dit jaar naar het Science Park. Het is een samenwerking van chipmachinebouwer ASML, het FOM-instituut AMOLF, de Vrije Universiteit en de Universiteit van Amsterdam. Er wordt straks wetenschappelijk onderzoek gedaan naar licht en nanotechnologie. Met als doel nóg snellere chips te kunnen produceren voor computers, smartphones en andere digitale apparatuur.

“Eén nanometer is een miljardste meter.” Het klinkt vanzelfsprekend als Albert Polman, directeur van AMOLF, het zegt. Net zoiets als dat kaas van melk wordt gemaakt. Maar zo vanzelfsprekend is het niet, want we kunnen ons niets voorstellen bij zulke kleine dimensies. Toch vinden veel grote wetenschappelijke ontwikkelingen tegenwoordig plaats in een miniatuurwereld, een wereld die te klein is om met het blote oog te aanschouwen. Nanotechnologie speelt daarbij een centrale rol. Die technologie krijgt een boost als dit najaar het Instituut voor Nanolithografie (INL) haar deuren opent in het Science Park, met honderd nieuwe werknemers, van promovendi tot hoogleraren.

Aanjager van het nieuwe instituut is ASML, de internationaal toonaangevende chipmachinebouwer uit Veldhoven. Polman: “In de chiptechnologie draait het om snelheid. We willen snellere computers en smartphones, alles moet sneller. Dat lukt alleen als we de chips die in deze apparatuur zitten nóg kleiner weten te maken. Er is een natuurkundige wet die luidt: hoe kleiner, hoe sneller. Dat geldt ook hier. Maar het is uitermate ingewikkeld. We moeten daarvoor vooral de werking van licht beter begrijpen.”

De structuren op een chip worden als het ware ingetekend door licht met een kleine golflengte. ASML maakt nu machines waarmee chips op basis van extreem ultraviolet licht met een golflengte van 193 nanometer kunnen worden geproduceerd. Het bedrijf wil echter toe naar een golflengte van 14 nanometer. Een enorme sprong voorwaarts, die diepgaand wetenschappelijk onderzoek vereist. En daarom is nu dit wetenschappelijk instituut opgericht waarin de Vrije Universiteit en de Universiteit van Amsterdam samenwerken.

Meedoen aan de top
Polman is blij met de samenwerking met AMOLF. “Het INL past bij wat wij als onderzoeksinstituut al jaren doen. Wij zijn continu op zoek naar nieuwe richtingen in de wetenschap, en kunnen die ook meteen op grote schaal aanpakken. Op voorwaarde dat we met het onderzoek internationaal aan de top kunnen meedraaien. Met alles wat we doen willen we een wereldspeler zijn.”
Polman beschouwt het INL als een enorme impuls voor het wetenschapspark in Amsterdam-Oost. “Door de fusie van de bètafaculteiten van UvA en VU ontstaat in Amsterdam de grootste campus in Nederland op het gebied van fundamenteel onderzoek in de natuurwetenschappen. Door de samenwerking tussen alle partijen krijgen we een enorme slagkracht.”

Hij beseft dat het nog een hele klus zal worden om in zo’n korte tijd honderd topwetenschappers te vinden voor het nieuwe instituut. Dan helpt het als je de stad Amsterdam als leef- en werkomgeving hebt. “Deze stad is aantrekkelijk voor nieuwe werknemers, en die komen straks overal vandaan, uit binnen- en buitenland. We hebben ze veel te bieden, zelfs huisvesting in het wooncomplex op het park.”

Ruimteonderzoek in het Science Park
Naar verwachting komt over enkele jaren ook het SRON Netherlands Institute for Space Research, het Nederlands expertisecentrum voor ruimteonderzoek, naar het Science Park. Dan is het wetenschapspark in Watergraafsmeer ook toonaangevend in ruimteonderzoek.

Lees ook:
Sloop versnellergebouw Nikhef Science Park (20-06-2013)
Het best bewaarde geheim van Amsterdam (25-05-2012)
Film en wetenschap in het Science Park (19-09-2012)