Frank vond haar rode jurk geweldig en ging op zijn knieën. Dat was genoeg. Over de afgelopen weken hadden ze het niet meer. Hij roddelde over bekenden en onbekenden uit de buurt. Terwijl ze spraken over de hairextensions, tattoos, scheidingen en nog meer leed van anderen, vonden ze elkaar weer terug.
Het was zo vanzelfsprekend dat ze met hem mee naar huis ging dat ze vergat haar moeder te bellen. Haar moeder viel op de bank in slaap en merkte de volgende ochtend pas op dat haar dochter er niet was.
Ze had niet gedacht dat ze het zo fijn vond om weer in zijn huis rond te scharrelen. Ze snuffelde als een huisdier aan bekende plekjes om mogelijke recente indringers (lees: indringsters) te traceren.
‘Kom nou eens hier. Kom lekker in bed.’
‘Ja, ja, wacht even.’ Ze liet haar hand langs de potjes en flesjes in de badkamer gaan. Geen vrouwenspullen te bekennen. Nog geen haarschuifje, geen verdwaalde tampon of nachtcrème.
‘Wat ben je nou aan het doen?’
‘Niks, helemaal niks. Wie heeft het hier zo mooi opgeruimd?’
‘Dat heb ik zelf gedaan.’
‘Heb je me gemist?’
‘Heel erg. Ik had niet gedacht dat ik je zo erg missen kon.’
‘Waarom?’ Ze liep de slaapkamer in. ‘Waarom dacht je dat je me niet zo zou missen?’
‘Nou gewoon. Het leek me ook wel even rustig. Het huis weer voor mezelf.’
‘Maar dat viel tegen.’
‘Ja, dat viel heel erg tegen. Kom nou. Kom bij me liggen.’
‘Misschien moeten we eerst praten?’
‘Waarover. Ik heb op dit moment heel weinig behoefte om te praten. Kom nou gewoon.’
‘Wil je niet weten of er tussendoor geen ander was?’
‘Nou, nee, om eerlijk te zijn niet.’
‘Er waren anderen.’
‘Het maakt niet uit. Die anderen zijn niet hier. Ik ben hier. Met jou. Kom nou.’
‘Waarom vind je het niet erg? Je had me toch zo gemist? Vind je het niet erg omdat je zelf ook met een ander bent geweest? Ik wil eerlijk met je zijn, daarom vertel ik het.’
Frank zuchtte en zei dat ze niet veranderd was. Hij zei: ‘Kom nou bij me. Laten we dan een film kijken; een fijne kerstfilm. We praten later als jij dat wilt. Ik hou van je. Ik ben blij dat je er weer bent. Echt.’
‘Alleen als ie goed afloopt…’
‘Natuurlijk joh! Het is een kerstfilm…’
‘Dan kom ik.’