Zit nog in pyjama op de bank. Was vanochtend om 6 uur wakker, mijn jetlag is tanende. Gelukkig, het lijkt wel of ik er steeds slechter tegen kan. Vliegen vind ik ook steeds lastiger, ondanks silver cards, champagne en skypriorities. Ik vind het eigenlijk al een wonder dat zo’n vliegmachien de lucht in komt, laat staan erin blijft hangen! Over elkaar tegemoet vliegen op gelijke hoogte denk ik al liever helemaal niet na.
Voor vandaag staat het winterklaar maken van de moestuin op het programma, maar ik kan de moed nog niet vinden, ineens lijkt Ice Age 4 ook heel aantrekkelijk. Mag ik vandaag misschien spijbelen?
Het winterklaar maken van zelfs een heel kleine moestuin is wel het minst leuke karweitje in het leven van een cityfarmer. Misschien ben ik volgens jaar trouwens wel cityfarmer af – hier althans. Manlief schetst momenteel aan ons nieuwe huis op Zeeburgereiland, dus dit is misschien wel de laatste kerst in dit heerlijke huis op Steigereiland… Eerst nog maar even een cappuccinootje, en een kerstkransje uit de boom snaaien. Dan blijft de tuin maar even liggen.
Kerstkransjes
Meng 200 gram bloem, 150 gram boter, 80 gram basterdsuiker, 1 theelepel bakpoeder en een eetlepel melk en kneed er een mooi deeg van. Voeg citroenrasp en een beetje zout toe. Laat de deegbal 1 uur staan en rol hem daarna uit tot een plak. Steek er vormpjes uit en vergeet niet een gaatje voor het lint te prikken.
Leg de vormen op een beboterd bakblik of op een stuk bakpapier. Bestrijk de kransjes met wat losgeklopt ei en strooi er een beetje grove suiker en geschaafde amandelen overheen. Bak ze goudbruin op 175 ºCelsius. Laat de kransjes op het bakblik afkoelen tot ze stevig aanvoelen. Desgewenst kun je ze naderhand bestrijken met een chocoladeglazuurtje.