Het leuke aan het journalistieke metier is dat je vaak redelijk op de hoogte bent van schandaaltjes, roddels en relevante maar gevoelige verhalen. Journalisten en mediatypes roddelen onderling meer dan sherrybuurvrouwtjes bij de kapper. En de figuren die zij in de gaten dienen te houden – ik noem politici, zakenlui en showbizztalentjes – doen gezellig en verbijsterend onvoorzichtig mee.
Uiteraard lopen conculega’s in het politieke en entertainende wereldje vooral vals leeg in de pers over elkánder, maar niet zelden zijn zij tegen het journaille ook op het roekeloze af openhartig over zichzelf. Een Kamerlid dat, naast bruikbare tips, ook nogal glibberige berichtjes whatsappt. Een presentator die zich graag thuis laat interviewen en daarbij niet schroomt om ook zijn slaapkamer al knipogend in een volstrekt onnodige rondleiding door zijn woning op te nemen. Onbekommerd maar politiek zeer gevoelig off the record gekwebbel na een interview, zonder zelfs maar te vragen of camera en geluid wel uit staan.
Zo komen de sappigste, schrijnendste en brisantste verhalen de wereld in. Ze worden gretig doorgeklept, maar u zult ze niet zo gauw in kranten teruglezen. Want, en nu komen we bij het vervelendste aspect van de journalistiek, veel écht lekkere verhalen kun je niet opschrijven.
Laf opportunisme is de meest voorkomende reden: de prominente maar zeer getrouwde partijleider tegenkomen in een café met zijn tong in zijn jonge woordvoerster? Kun je opschrijven, maar daarna lig je er voorgoed uit wat betreft nieuws uit die hoek. Kwistig lekkende bronnen, die leg je in een klap droog als je ooit iets onwelgevalligs over hén schrijft. En soms is iets niet publiceerbaar omdat je de bron daarmee prijsgeeft en dat kan ronduit gevaarlijk zijn.
Ook in onze buurt gebeuren er soms interessante of ernstige dingen die de media niet halen. Ordinaire gewoontes van de buren en dat soort achterklap, natuurlijk. Maar ook hier in Oost leven mensen die alleen off the record durven zeggen wat zij vinden, bijvoorbeeld over de politiek in hun land van herkomst. Ook de winkels en horecazaken bij u in de straat kunnen op een ‘zwarte lijst’ staan en lijden onder een boycot vanwege de denkbeelden van de eigenaar.
Dan is er nog klein machtsmisbruik, zoals treiterboetes en onnodige controles van ondernemingen door handhavers die een pesthekel hebben aan de uitbaters om hun sekse of geaardheid. U passeert op de markt misschien gedachteloos een zwaar gesluierde vrouw die ’s avonds online steun zoekt, onder een schuilnaam, om uit haar huwelijk en huis te ontsnappen.
Maar ja, bewijs het maar eens en vooral: publiceer het maar eens, de kans is groot dat degene die praat, dan juist extra de pineut is.
Details over de promiscuïteit van uw buurvrouw komen niet zo gauw in de krant omdat dat niet zo interessant is, tenzij zij tot de klasse der BN’ers behoort. Maar al die kleine, individuele verhalen, die leest u ook nergens. Omdat mensen niet willen en durven praten, omdat mensen niet weten dat het gevaar voor hen als bron afneemt als juist iedereen zijn mond open trekt.
Het is een mooi maar soms frustrerend werkterrein, de journalistiek. Dus u doet het voortaan voor een deel maar lekker zelf. Let op op straat, praat met mensen, kijk om u heen. U zult vermakelijke gossip te weten komen, maar ook uzelf informeren waar kranten en televisie dat niet altijd kunnen, durven of willen.