Ananas

Een deel van mijn studie Psychologie heb ik aan de Universiteit van Melbourne gestudeerd. Omdat je nooit rechtstreeks naar Australië kunt vliegen besloot ik een tussenstop te maken in de Filippijnen. Hoofdstad Manilla ben ik al vrij snel ontvlucht nadat ik me zeer ongemakkelijk voelde door de vieze praat van dikke Duitse en Oostenrijkse mannen die een zenuwinzinking kregen bij de ervaring: ze is Aziatisch, een vrouw en toch geen prostituee, wat moet ik nu? Enige genoegdoening voelde ik toen ik een paar onsmakelijke types in prima Duits heb kunnen uitschelden. Ze schrokken zich een hoedje, maar mijn beslissing was genomen, ik vertrok naar een klein dorpje.

Al daar kwam ik bij twee meisjes terecht die daar naar school gingen en samen een krotje deelden. De deal was: ik slaap bij hen (we moesten een eenpersoonsbed delen) en ik geef hen te eten. Op naar de markt dus.
Onderweg leek de deal enigszins aangepast aangezien er geen twee maar twaalf meisjes meeliepen die zich verheugden op een avondmaaltijd. Ik voelde me net de rattenvanger van Hamelen. Nadat ik vis en groenten had gekocht, begonnen de meisjes driftig te wijzen op een ananas. Die moest en zou ik kopen. Prima, ik nam aan dat zij die lekker vonden. De ananas werd meteen uit mijn handen gerukt. Ik nam aan dat het beleefdheid was. De ananas werd steeds door een ander meisje gedragen en er werd enthousiast en overdreven gezwaaid naar buren en voorbijgangers.
We kookten van wat ik kon vinden want veel spullen van de markt waren op mysterieuze wijze verdwenen. Na het eten werd het even stil, er werd naar elkaar gekeken en toen stelde de dapperste voor om de ananas aan te snijden. Oh ja, die was ik bijna vergeten. De meisjes vlogen erop af, en ze gilden en praatten honderduit. Ik vroeg wat er aan de hand was. Het bleek dat geen van de meisjes ooit een ananas had geproefd. Hij was veel te duur, wel 50 pesos (ca. 1 euro). Maar altijd hadden ze gefantaseerd hoe die zou smaken. En nu was het gelukt! Onderweg hadden ze afgesproken dat ze om beurten de ananas mochten dragen. En nu had het hele dorp gezien dat zij ananas gingen eten.

Iedereen heeft wel eens een vormende ervaring. Een ervaring die je meedraagt, die beïnvloedt hoe je in het leven staat. De ervaring dat voedsel schaars is, heb ik zelf ook meegemaakt in de tijd dat ik in een weeshuis in Zuid-Korea zat. Als ouders mij vragen: mijn kind wil niet eten, wat moet ik doen, dan speelt mijn ervaring mee. Mijn ervaring als kind in een weeshuis, als student in een ontwikkelingsland, als reiziger, als moeder van twee kinderen en als psycholoog.

En dan zeg ik: kinderen die honger hebben, eten (medische en ernstig psychische problematiek daargelaten). Maak het eten lekker en een beetje gezellig en maak er vooral geen machtsstrijd van. Zolang je kind niet ziek is, goed groeit en genoeg energie heeft, loopt het wel los. En er is niets tegen een balansdag, die kunnen wij allemaal wel gebruiken.