In groep 7 praten we over hoe het schrijven is gegaan deze week. Ouassim vond het moeilijk om het verhaal op gang te krijgen. Maar toen dat eenmaal lukte was hij ook niet meer te houden. Twee kinderen mogen hun verhaal voorlezen. Bij Linda gaat het over Jeyla, die gaat verhuizen. ‘Weg uit dat saaie Almere,’ zegt haar moeder. ‘Op naar de Bijlmer!’ Heeft dit verhaal wel een probleem, dacht ik, of zijn we meteen bij het happy end aangekomen? Maar dan slaat Linda toe: Jeyla had een vriendje in Almere en die gaat ze natuurlijk missen. Haar vader zegt: ‘Dan hoef ik jullie nooit meer te zien kleffen.’ Nou zeg, lekkere vader! Nee, die Jeyla heeft echt een probleem. Dan mag Kawtar. Haar verhaal is echt super. Je vindt het onder deze blog.
Vandaag lees ik een hoofdstuk uit Paul Biegels ‘De kleine kapitein’ om aan de hand daarvan te verduidelijken wat een goede verhaalopbouw is. Het hoofdstuk over de drakenpoort is spannend en heeft alles in zich wat we nodig hebben. De kleine kapitein heeft aan het begin van het verhaal niet zozeer een probleem als wel een Grote Wens. Hij wil naar het eiland van Groot en Groei. Een goed verhaal kent ‘remmers’ en ‘helpers.’ De kinderen begrijpen meteen dat de remmers in dit geval de draken van de drakenpoort zijn en ook de onderwaterklip, waarop de boot van de kleine kapitein vastloopt. De helpers zijn de kabeljauwen, die de vastgelopen boot weer van de klip af tillen. Daarna gaan we onderzoeken hoe Paul Biegel dit hoofdstuk zo spannend heeft gekregen. Om dat iets beter uit te laten komen heb ik er een heel kort verhaaltje van gemaakt. Alles staat erin, hoor, maar het is voor geen meter spannend. Wat missen we? Katja ziet meteen dat er geen gesprekjes in staan en Ouassim mist de gevoelens van de kinderen. Nergens staat bijvoorbeeld dat de kinderen bang zijn. Nee, dan Paul Biegel! Die maakt dat heel duidelijk: ‘Dikke Druif verbleekte, Marinka sloeg haar handen voor haar gezicht.’ Grappig! Er staat niet dat ze bang zijn en toch weet je het!
Mijn korte verhaaltje is ook veel te kaal. Het gaat over draken, maar nergens vertel ik hoe ze eruit zien. Dat ze ‘huizenhoog’ zijn bijvoorbeeld en dat ze ‘nijdig vuur niezen, dat sissend in het water komt en vonken-spattend op de boot.’ Kijk, dat heb je nodig om het een beetje voor je te zien!
Tot slot hebben we het over ‘tijdsdruk.’ Dat kennen we allemaal uit de film: de tikkende bom, die op tijd onschadelijk gemaakt moet worden. Het water, dat langzaam stijgt, hoger en hoger, terwijl de reddingsploeg zich in het zweet werkt. Hier zijn het de draken, die langzaam ontdooien, terwijl de Nooitlek voortploetert en tijdig uit de poort probeert te komen.
In groep 5 tref ik maar een klein clubje aan. De helft van de klas is weg om een prik te halen. Oussama mag zijn verhaal voorlezen. Zijn hoofdpersoon komt in het pretpark een poster tegen met ‘Gezocht! Beloning 1000 euro!’ en daaronder een foto van een heel enge boef. Meteen daarna staat hij oog in oog met de boef zelf! Hij lokt de boef in een kooi en met één druk op de knop heeft hij hem te pakken. Hoera, de 1000 euro is voor hem! Oussama is er zelf van onder de indruk, want hij kondigt aan meteen een ‘toegift’ te gaan schrijven. Juf Eva zegt dat hij dat morgen mag doen, want anders mist hij nu de rest van het uur. Angely laat de kinderen van de klas laser gamen met een mysterieuze man. Goed hè, dat ‘mysterieuze.’ En alsof dat nog niet erg genoeg is, missen ze ook nog eens een keer de bus. Lekker dan.
Het verhaal over de drakenpoort gaat er hier ook in als koek. Zodra ik erover begin, springt Onur op en haalt twee boeken van de Kleine Kapitein tevoorschijn. We kijken eens goed en dan blijkt dat groep 5, net als ik, deel 1 heeft, maar dat het er iets blauwer uitziet. Ook hebben ze deel 3: De kleine kapitein en de schat van Schrik en Vreze. Onur doet zijn best om mee te lezen, terwijl ik voorlees. Als ik het hoofdstuk uit heb, zegt Ali dat het toch wel raar is, dat het boek er helemaal niet spannend uitziet, terwijl het dat wel is. ‘Ze hadden beter die draken op de voorkant kunnen zetten!’
Groep 5 weet ook wel raad met remmers en helpers. De vuurtorenwachter vinden ze ook een behoorlijke remmer en de pannenkoeken zijn helpers natuurlijk. Bij mijn korte verhaaltje mist Angely de namen van de hoofdpersonen. Asena knikt. Ze heeft zelf net een verhaal vertelt over Fritzi, Bitzi, Mitzi en Ditzi, dus dat voornamen belangrijk zijn, weet zij als de beste.
In groep 6 hebben we het ook uitvoerig over hoe het schrijven is verlopen. Ronan vertelt dat hij ‘helemaal in zijn verhaal zat.’ Dat is mooi om te horen! En Sharjeania zegt dat ze op een bepaald moment zelf nieuwsgierig was hoe haar verhaal ging aflopen. Als dat verhaal niet spannend is! Amira heeft een verhaal geschreven over Britt, die in Engeland gaat logeren. ‘Ik vertel het helemaal vanuit Britt,’ zegt ze. ‘Ik zit dus in het hoofd van Britt.’
Als ik ook met groep 6 de drakenpoort doorgevaren ben, vertel ik tot slot wat de schrijfopdracht voor de volgende keer is: je mag een stukje nemen uit je eigen verhaal en proberen of je dat spannender kunt maken. Daarbij denk je aan alles wat we gezien hebben bij Paul Biegel: gesprekjes, gevoelens van de hoofdpersonen, maar ook beschrijvingen zoals van die ‘huizenhoge draken’ en ‘tongen, die tegen de rode avondlucht likken.’ En dan nog een snufje tijdsdruk erbij.
Maar je mag er ook voor kiezen om zelf met een boot of bootje onder de drakenpoort door te varen. Natuurlijk ga je ’s nachts als de draken van steen zijn, maar eh … je blijft wel lekker steken. Het moet toch spannend zijn! Het handige van deze opdracht is dat je af en toe even kunt spieken bij Paul Biegel. Hoe doet ie het ook alweer?
De meeste kinderen in groep 6 kiezen voor opdracht 2, maar Romy wil opdracht 1 wel eens proberen. Dapper van Romy, want dat is best moeilijk! Ik ben heel benieuwd wat ik volgende week weer in mijn hoekje vind.
En dan nu het verhaal van Kawtar:
De weerwolf komt tot leven!
Hoofdrolspeler: Jori
Een verhaal van Kawtar
Deel 1 Het nieuwe enge huis
We liepen ons nieuwe huis binnen. Het was gigantisch … oud! Ik rende naar mijn kamer. Ik zag een rat zoeken naar eten. ‘Gatver!’ zei ik expres hard, zodat mijn ouders me konden horen. Ik liep naar beneden. ‘Ik ga naar buiten, de buurt verkennen, ben zo terug!’ Voordat ik antwoord kreeg, liep ik het huis uit. Ik ging een potje voetballen met mijn nieuwe vrienden.
Het werd al laat en ik nam afscheid van mijn vrienden. Ik ging een pizza bestellen. Ondertussen: ‘Jori, we zijn zo terug. We gaan naar oma!’ Ik antwoordde dat het oké was. Ik liep de lange gangen van het huis rond en kwam bij een krakende kast. Ik maakte met trillende handen de kast open. ‘Ahhhh!!!’De ogen van de weerwolf gingen open. Ik rende weg en sloot me op op de zolder. Ik hield mijn adem in en hoorde niks meer. Ik besloot om te gaan kijken of de weerwolf weg was. Ik deed rustig de deur open, maar zag niks. Dit moet mama te weten komen!
Deel 2 De enge gebeurtenis!
De bel ging en de pizzabezorger gaf me de pizza en ik gaf hem een tientje. Op dat moment kwamen mijn ouders binnen. ‘Wat ruik ik?’ Ik rende naar haar toe. ‘Mam ik zag een weerwolf die in de kast zit!’ Ik sleepte mijn moeder naar de kast waar de weerwolf zit. Ik deed hem open maar er was niks! ‘Huh…m-maar hij was hier!’ ‘Ja hoor! Flauwekul! Volgens mij moet jij vandaag vroeg gaan slapen.’ Ik ging op onderzoek uit. ‘Oh ja weerwolven worden wakker als het volle maan is!’ Ik werd nu bang. ‘Wat als hij iets met mama en papa doet?’ Ik was voorbereid tot het grootste! Ik haalde Knoflook, een geweer (WaterPistool) en een legerpak. Ik maakte zwarte strepen op mijn gezicht. Ik keek boos naar buiten toen ik de volle maan zag schijnen. Ik ging voorzichtig me kamer uit en sloop heel langzaam naar het einde van de gang … Even realiseerde ik dat dit het einde van me leven zou zijn! ‘Ik zal je missen mama en papa!’ Er rolde zelfs een traan weg en ik opende de deur. Daar ging ik in…
Blijft Jori leven?
Wil je weten hoe dit afloopt? Stuur dan een mailtje met: ‘Ik wil het verhaal van Kawtar!’ naar: annekescholtens@deschoolschrijver.nl Als er genoeg mailtjes komen, wil Kawtar vast wel verder schrijven!
Lees hier de eerdere blogs van schoolschrijver Anneke Scholtens, over haar ervaringen op obs Olympus en obs ’t Gouden Ei.