Deze keer ben ik op donderdag op Olympus, want op vrijdag hebben de kinderen wat anders te doen: de Koningsspelen! Ook de volgorde, waarin ik de groepen bezoek is anders. Ik begin in de wisselgroep. Buiten op het plein word ik al aangesproken door twee meiden, die mij blij melden, dat ik die ochtend in hun klas komt. Aha, ik word verwacht! Eenmaal in groep 7B vraag ik als altijd of ik per ongeluk ook tegenover een paar schrijvers sta. En jawel, ook in deze groep wordt geschreven! Eén van de kinderen vertelt aarzelend, dat de hele klas eigenlijk wel schrijft bij taal. Gelukkig maar! Zelf vindt hij die opdrachten erg leuk. Ook is er een jongen, die ter ere van de verjaardag van zijn moeder wel eens een gedicht schrijft. Mooi zo: een feestdichter in de zaal! Er is een verhalenschrijfster, die zowel fantastische als ook realistische verhalen schrijft. Dat vind ik knap. En op het allerlaatst gaat er nog een voorzichtige vinger de lucht in. Die is van de enige echte horrorschrijver in deze klas. En wat voor horror! Minstens 18+ zou ik zeggen. Hij heeft net een verhaal geschreven, waarin een meisje wordt ontvoerd en gedood. De dader wordt weer gedood door een zwarte engel. ‘Dan is je verhaal nu zeker afgelopen,’ zeg ik. ‘Je hoofdpersoon is dood.’ Maar dat heb ik helemaal mis. Die zwarte engel is de hoofdpersoon en pas als die dood is, is het verhaal echt afgelopen. Ik ben er wel even stil van, maar zodra ik weer kan praten raad ik de schrijver aan om het ontvoerde meisje vooral wat langer in leven te laten. Of misschien zelfs wel haar te laten redden. Zo lang zij in gevaar verkeert, zal de lezer het bloedstollend spannend vinden.
Daarna vertel ik over Die zomer in Frankrijk, dat zich afspeelt op een plek, waar ik zelf veel geweest ben. Ook bespreek ik boeken, die voortgekomen zijn uit wat mijn kinderen mij vertelden. Inmiddels heeft de juf mijn website geopend en kunnen we even kijken of alles erop staat. We klikken door naar de website ‘Vergeten oorlog,’ waarop de verzamelbundel te vinden is, waarvoor ik een verhaal heb geschreven.
En dan is het tijd om vragen te stellen. De kinderen willen van alles weten. Of het vermoeiend is om boeken te schrijven, hoeveel uur per dag ik schrijf, of er wel eens een boek geweigerd is en hoe een boek eigenlijk in de bibliotheek terecht komt. En dan komt de vraag hoeveel ik eigenlijk verdien. Ik houd twee boeken op, vertel wat ze in de winkel kosten en laat de kinderen raden wat ik daarvan krijg. Het antwoord heeft een verpletterend effect. ‘Maar een schrijver werkt er toch het hardst voor?’ roept een jongen verontwaardigd uit. ‘Een uitgever doet bijna niks. Een schrijver zou zeker de helft moeten krijgen!’ Deze jongen mag een keer mee naar mijn uitgever. En dan is er nog de vraag of ik wel eens boeken zonder einde schrijf. ‘Nee,’ zeg ik, ‘want ik hou niet van boeken met een open einde.’ Het is een mooie slotvraag!
Ik mag even een kopje koffie gaan drinken en om 10 uur is het tijd om naar de groep van juf Hanke te gaan. De kinderen zijn de afgelopen week bezig geweest met teksten over hun lievelingsplekje en Tommy en Lydia mogen voor de klas hun gedicht voorlezen. Tommy heeft er zelfs twee. Hij heeft geschreven over voetbalclub AFC IJburg, waar hij traint en waar hij zich op zijn gemak voelt en over een bos in Griekenland met veel mooie dieren en bloemen. Alleen werd hij wel opgeschrikt op dit lievelingsplekje, toen zijn vader er werd aangevallen door een ‘verdwaalde roofvogel.’ Die vogel hoorde daar niet eens thuis! Maar zo te horen vond die vogel juist dat Tommy en zijn vader daar niet thuis hoorden. Lekker brutaal. Gelukkig liep het goed af. Lydia heeft geschreven over haar oude straat in Amsterdam-Noord, waar zij met haar vriendinnen altijd achterna gezeten werd door zwervers. Enne … ja, dat was heel gezellig. Ik durf te wedden dat die zwervers hun nooit echt te pakken kregen.
Daarna vertel ik dat we vandaag weer aan iets nieuws beginnen. We gaan een personage maken, een persoon bakken zou je ook kunnen zeggen. Een levensecht personage is heel belangrijk voor een mooi verhaal. Als je echt goed nadenkt over je personage en je schrijft er zoveel mogelijk over op, dan komt er vaak vanzelf al een stukje verhaal in je hoofd.
Om op gang te komen stel ik drie personages voor: meneer en mevrouw Griezel van Roald Dahl en mijn vreemde vriendin Hag van Marjon Hoffman. Als ik meneer Griezel laat zien, vraagt Ayoub zich af hoe hij zijn neus eigenlijk snuit. Bilal meldt dat hij dat boek in zijn la heeft en hij weet dus als geen ander, dat er van alles in de baard van meneer Griezel kleeft. En dan wil de klas wel even horen wát precies. Daar krijgen ze al gauw spijt van. Blug!! Kippenlevertjes, spinazie, ketchup, stukjes omelet… Stop! Stop! Gauw door naar mevrouw Griezel. Ook al geen pretje. Als de kinderen horen, dat ze bij het ouder worden steeds lelijker is geworden door haar lelijke gedachten, zie ik ze toch even met de ogen knipperen. Sommige kinderen geloven er niks van: ‘De griezels zijn kinderen van andere griezels. Zo komt het!’ Laten we hopen dat dat waar is. En dan sluit vriendin Hag de rij. Een vreemd meisje met een vreemde naam. Haar kapsel met vlechten én staarten is vrij apart en die oorbel met een rozijn eraan is misschien toch wel echt … vreemd.
Twee kinderen delen de blaadjes uit en dan is het tijd om zelf aan het werk te gaan. Ik benadruk nog eens, dat het echt om een personage moet gaan, dat je zelf bedenkt. Dus niet een figuur uit een bestaand boek, want dat personage heeft al een verhaal. Nee, dus ook niet Geronimo Stilton. Er worden allerlei nieuwe mensen en wezens geboren. Catman ziet het licht een ook een wezentje, dat in een vuilnisbak woont, maar ook heel gewone jongens en meisjes, héél geslaagd en netjes allemaal. Hun haar zit goed, ze zien er normaal uit, ze praten normaal … Lydia bakt een meisje, dat ‘loopt alsof ze beroemd is en praat als een koningin.’ Oh, zo’n type!
In de klas bij juf Claire word ik door Omar meegenomen naar de vensterbank. Daar heeft juf Claire een hele kwekerij! Ik kijk jaloers naar de pit van een mango, die daar gezellig ligt te kiemen op een ondergrondje van natte watten. O, moet het zo? Ik heb al zo vaak zo’n pit in de grond gestopt. En als je nou denkt dat ik een mangoboomgaard in mijn tuin heb: nee dus. Maar dat duurt nu niet lang meer! Tycho en Yasmin mogen voorlezen. Tycho vertelt in zijn gedicht dat hij ‘als hij geen goed gevoel heeft,’ tv gaat kijken in bed. En dat helpt! Yasmin leest over het fijne zwembad van haar tante. Op de tafel van juf Claire liggen nog meer gedichten, geschreven op kleurige rondjes. Als ik er nieuwsgierig in rondneus, kom ik ook nog een mooi gedicht van Khalid tegen. Hij schrijft over zijn vogel, die water wilde drinken uit een kom. De kom viel om en dat betekende de dood van zijn vogel. Gelukkig heeft Khalid er een mooie tekening bij gemaakt, zodat we kunnen zien hoe zijn vogel eruit zag.
Ook hier gaan we natuurlijk werken aan personages. Meneer Griezel wekt evenveel afgrijzen op als in de andere groep 6. Emirhan ziet ook voordelen: als je haar in je neus en oren hebt, is dat nogal handig bij het zwemmen. Er kan geen water in komen! En Mourad ziet in de baard van meneer Griezel een mobiele tandenborstel. Overal en altijd bij de hand! Mmm… ja. Als ook mevrouw Griezel en Hag bewonderd zijn, gaan de kinderen aan de slag. Ayman vraagt of hij een personage mag gebruiken uit een ander verhaal van hemzelf. Jazeker! En dan kom ik even later weer oog in oog te staan met pindahoofd van 1 jaar, die in de prullenbak woont. Ook in deze klas komen lieve, gewone personages op papier, maar ook minder lieve. Shaquille heeft bijvoorbeeld een jongen gemaakt, die voetbalt en steelt. Dat kan een spannend verhaal opleveren, zo’n jongen die lekker voetbalt en daar plezier in heeft en dan stiekem van alles steelt. Dat verwacht je niet! En daarnaast zijn er héél gemene personages. Zo is er een duivel, die in het vuur woont (waar anders?) en een vals personage, dat van schoppen en slaan houdt. Doha heeft ook een gemeen mens ontworpen en we hebben het erover hoe moeilijk het is om een verhaal te schrijven over iemand die vals is. Het zal voor een lezer een stuk moeilijker zijn om zich in te leven. Maar Ellie en Nellie dan? Ja, dat is waar, daar lees je graag over natuurlijk!