Het is een spannende dag vandaag. De beide groepen 6 hebben al een voorronde gedaan van de wedstrijd: ‘Wie kan het spannendste verhaalbegin schrijven?’ De kinderen hebben hun verhaalopeningen aan elkaar voorgelezen en per groepje is er een winnaar aangewezen. Bij juf Hanke zitten de 5 voorlopige winnaars met spanning te wachten. Ze mogen om de beurt hun verhaalbegin voorlezen. Daarna gaat de klas stemmen wie de uiteindelijke, echte winnaar wordt.
Tosin heeft over een moeder geschreven, die vampier blijkt te zijn. Brrr. In Wesleys verhaal moet hij naar de zolder om de stok van oma te halen. Daar hoort hij iets vallen en ook trekt er iets aan zijn been. Dat moet wel een geest zijn! Hij rent naar beneden en doet zijn verhaal, maar zijn moeder gelooft er niets van. Grr, moeders! Ook de verhalen van Batuhan en Rommaisa zijn heel spannend. Maar de winnaar is Jalen. In zijn verhaal vertellen zijn vrienden hem, dat er enge geesten in zijn huis wonen. Hij gelooft het niet, maar al gauw blijkt dat het waar is. Hij kruipt onder zijn bed, maar daar ligt helaas al een engerd. Dan rent hij naar de badkamer. Ai … bloed in het bad!
Hierna moeten we wel even bijkomen. Ik vertel de kinderen dat we vandaag gaan werken aan gedichten, maar dan wel aan gedichten zonder rijm. ‘Echt niet? Helemaal niet?’ wordt er gevraagd. ‘Nee, echt niet,’ is mijn strenge antwoord. Het onderwerp van vandaag is ‘afscheid’ en om op gang te komen lees ik vier afscheidsgedichten voor.
In het eerste gedicht rijdt een ouder tegen een boom, omdat hij iets op de weg wil ontwijken. Er ontstaat verwarring over wat er nou precies op de weg was. Een jongen? Een kleine jongen? ‘Er was iets met een gans,’ zegt Doha. Ze heeft bijna gelijk: er was een eend op de weg, een eend met jongen. Maar wat betekent dat dan? Rana weet het: een eend met kleintjes. Bij het vriendinnengedicht vragen we ons af of die vriendinnen afscheid nemen na een ruzie of dat een van beiden verhuisd is. Het moet wel het laatste zijn vinden de kinderen, want er staat: ‘Ik mis je en ik hoop dat ik je weer zie.’ Dat zeg je toch zeker niet na een ruzie! Het raadselgedicht over ‘afscheid van je haar’ bij de kapper spreekt de klas ook erg aan. Ja bah, je eigen haar in de prullenbak. Een van de kinderen zegt dat je je haar kunt doneren aan Kika. Dat is ook een goed idee natuurlijk.
We verzinnen met z’n allen van wie of wat je allemaal afscheid kunt nemen. Er komen familieleden langs, vrienden en vriendinnen. De klas heeft net afscheid genomen van Jasmine, dus daar weten ze alles van. Daarna wordt er nog genoemd: huisdieren, je school, je juf, spullen van je kindertijd, je land, je huis, de Koningin, Ramadan, de zomer, je verjaardag, de wereld (bijvoorbeeld als je astronaut bent) en dan komt iemand met ‘je toekomstbeeld.’ ‘Dat je denkt dat iets op een bepaalde manier gaat en dat het dan anders gaat.’ Is dat niet mooi?
Dan leg ik nog uit hoe je een goed gedicht krijgt: denk aan de titel, herhaal af en toe een mooie zin of een mooi woord, laat ook eens een regel wit en schrijf de regels niet helemaal vol. Een lange zin kun je ook in twee of drie stukjes verdelen. Als dat duidelijk is, gaan de kinderen nog heel even aan de slag. Voor mij is het dan tijd om naar de andere groep 6 te gaan.
Na schooltijd zie ik dat sommige kinderen al een heel eind gekomen zijn. Omar E. heeft een mooi klein gedichtje gemaakt, klein en ernstig. Het gaat zo:
Kanker
Kanker, dat is niet leuk
Ook nooit mee
pesten, het is niet
goed, het is gemeen
Voel maar eens
Ook bij juf Claire zitten 5 blije, voorlopige winnaars te wachten. Emirhan heeft over een zeskoppige draak geschreven en Doha’s verhaalbegin gaat over Jade, die alleen thuis is. Ze hoort gekraak, telkens als ze in bed gaat liggen. De telefoon gaat, maar er is niemand aan de lijn… Ook Walid en Alihan lezen hun verhaal voor, maar de winnaar is Zulema. In haar verhaalopening kijkt een vrouw naar Scary Movie. In die film lacht iemand heel eng en niet lang daarna hoort de vrouw in het echt iemand lachen. Ze kijkt achter zich en dan wordt haar hoofd weggekapt. Er spuit bloed uit en daarom heet het verhaal: ‘Het spuithakmes.’ Lekker eng, zeg!
Ook in deze groep gaan we dichten over afscheid zonder te rijmen. Opnieuw zorgt de eend met jongen voor verwarring. Het gedicht over het ‘zwarte wezentje’ valt goed. Er wordt meteen geraden dat het over haar gaat. Mourad merkt op dat haar niet per se zwart hoeft te zijn. Dat is zo; je kunt ook afscheid nemen van een blond wezentje op je hoofd.
Weer komt er een lange lijst op het bord van dingen waarvan je afscheid kunt nemen. Hier wordt ook nog ‘je leven’ genoemd ‘als je dood gaat’ en ook: ‘je vakantiehuis.’ Een van de kinderen vertelt hoe zijn zusje de deur van het vakantiehuis kuste bij het afscheid. Ja precies, daar moet het over gaan!
Het laatste uur ben ik in groep 4 van juf Kitty. De kinderen wachten me blij op met maar liefst vier verhalen, die speciaal voor mij geschreven zijn. Ik ga er helemaal van glimmen! Bertan heeft een verhaal over Bert, die buiten wil spelen. Vooral de gesprekjes tussen Bert en zijn moeder zijn mooi opgeschreven. Suglianto heeft een verslag gemaakt van een heel spannende voetbalwedstrijd en Souhaila heeft een grappig verhaaltje over een kabouter, die Gekkie heet, omdat hij nogal gek doet en een kat, die Dommie heet, omdat … Precies! Die twee kunnen het goed met elkaar vinden. Vandaar dat ze een lang en gelukkig leven hebben samen. Tot slot leest Najib een verhaal voor over een gestolen voetbal. Gelukkig wordt de bal ook weer gevonden!
Na deze prachtige verhalen, vertel ik de kinderen hoe het verhaal ‘Het geheim van de circusdief’ ontstaan is. Ik laat hen de schets zien, die Saskia Halfmouw ooit maakte voor de voorkant en ook de echte voorkant. ‘Wie ziet er een verschil?’ vraag ik. Eén verschil? Haha, dat moet je net aan groep 4 vragen. Ze zien er wel 10! Kinderen, die van plaats veranderd zijn, maar ook héél kleine verschilletjes worden door groep 4 opgemerkt. De staart van het paard, die íets dikker is, de pluim op zijn hoofd, die íets schever staat. Knap hoor!
En dan mogen de kinderen vragen stellen. Hoe lang ik al schrijf, willen ze weten, en hoeveel boeken er al zijn, wat mijn leukste boek is en of er wel eens een boek is afgekeurd. Ik doe mijn best alles zo goed mogelijk te beantwoorden, maar altijd is er weer een nieuwe vraag. Totdat het opeens 12 uur is en iedereen naar huis moet. ‘Ik zit straks weer in mijn eigen hoekje onder de trap,’ zeg ik. ‘Kom maar langs als je nog vragen hebt.’ En dat doen ze!
Lees hier de eerdere blogs van Schoolschrijver Anneke Scholtens.