Voetbalvereniging Real Sranang kent turbulente tijden. Vorig seizoen werd zowel het eerste zaterdag- als zondagelftal uit de competitie gehaald, onder meer vanwege disciplinaire problemen en onderlinge spanningen. Kort daarna, in april, trad Jerrel Linger aan als voorzitter. Linger (51), zelf ooit begenadigd amateurvoetballer bij FC Lisse, speelde al enkele jaren bij de veteranen van Real Sranang, dat een nieuwe start beleeft.
Je bent op een moeilijk moment ingestapt.
“Eind vorig jaar is een deel van het bestuur om verschillende redenen teruggetreden. In januari hebben ze me gepolst. Ze dachten dat ik de juiste persoon was. Het helpt dat ik een bekende naam ben in het amateurvoetbal. Ik loop hier zeven jaar rond en ben van de club gaan houden, daarom wilde ik iets doen. We hebben een team geformeerd van jongens die elkaar langer kennen en hoog gevoetbald hebben, plus ook een dame. Ik denk dat wij een goed bestuur kunnen neerzetten. Meerdere bestuursleden hebben een eigen bedrijf, dus het managen zijn we gewend. Het aansturen van vrijwilligers moesten we meer aanleren, daarvoor hebben we cursussen gevolgd.”
Hoe heb je een nieuw begin gemaakt en wat zijn de plannen?
“Er was geen zaterdagtak én geen zondagtak, alleen veteranenelftallen. Veel oud-voetballers met wie ik speelde hebben namen genoemd van beschikbare spelers. Daar is de technisch directeur mee aan de slag gegaan. Er is bewust afscheid genomen van vrijwel de gehele selectie van vorig seizoen. We hebben ongeveer tweeëntwintig nieuwe jongens, veelal met Surinaamse achtergrond, en een Duitse keeper. We hebben gehamerd op mentaliteit, op respect naar tegenstanders en teamgenoten. Daar zijn in het verleden veel problemen mee geweest. We zijn heel duidelijk: als je rotzooi trapt, vlieg je eruit. Verder is zaterdag de belangrijkste speeldag geworden in plaats van zondag. We willen het niveau omhoog brengen en zijn ambitieus; binnen drie jaar hopen we van de vierde klasse naar de tweede klasse te promoveren. Op zondag staat er nu een tweede elftal; hopelijk kunnen zij volgend seizoen een representatief eerste elftal vormen. Daarnaast is er een damesteam geformeerd. Volgend seizoen willen we vier of vijf jeugdteams laten instromen, we zijn bezig een hoofd jeugdopleiding aan te trekken en daarna goede jeugdtrainers die we tegen vergoeding voor de groep kunnen zetten. We hebben hondstrouwe leden en genoeg vrijwilligers, maar veel oudere leden dus we willen richting de toekomst graag aantrekkelijker worden voor de jeugd.”
Wat maakt deze club mooi?
“Het Surinaamse gevoel dat hier heerst, dat proberen we uit te stralen. Denk aan warmte, gezelligheid, lekker eten. Soms ruiken mensen op het sportpark de keuken en komen ze bijvoorbeeld een broodje pom eten. We zijn de enige Surinaamse club in de omgeving en bestaan bijna zestig jaar.”