Sport

Vier Zeeburgiavoetballers aan de slag bij topclubs

En weer vertrekken er volgend seizoen talenten van AVV Zeeburgia naar betaald voetbalclubs. De vereniging uit Oost doet zijn naam als opleidingsclub eer aan. Maar wat is hun geheim?

Het is niet eens grootspraak, het ís gewoon zo: de Amsterdamse amateurclub AVV Zeeburgia is hofleverancier voor het betaalde voetbal. Op de lijst van spelers die via sportpark Middenmeer het profvoetbal zijn ingestroomd staan onder meer de namen van Adam Maher (PSV), Ryan Donk (Kasimpaşa, Turkije), Fred Benson (FC Zwolle) en Joshua Brenet (PSV).

Kortom, wie droomt van spelen in volle stadions, heeft bij Zeeburgia een grote kans om ontdekt te worden. Neem nu de C1 van dit jaar. Maar liefst vier jongens maken de overstap naar een betaald voetbalclub: Joel Entsie en Sheverinio Blanker verhuizen naar de jeugdopleiding van FC Twente, Randy Ottens gaat naar AZ en Guininho Wong Fat is vanaf volgend seizoen in het blauw-wit van Heerenveen te bewonderen.

Zit er een toverdrankje in het leidingwater bij Zeeburgia? Of zijn er andere zaken die van de club uit Oost zo’n beroemd opleidingsinstituut maken? Volgens trainer Ibrahim Bow van de C1 is het een combinatie van factoren. “Ten eerste hebben we hier gewoon te maken met een heel sterke lichting,” vertelt hij. “Ten tweede tonen die jongens veel inzet. Daarnaast gaan we heel serieus en systematisch te werk. En ten slotte moet ik zeggen: we hebben er gewoon ontzettend veel plezier in. Daar begint alles mee. We spelen in de tweede divisie landelijk en het moet gek lopen willen we geen kampioen worden. Het gaat me dus kennelijk goed af. Daar ben ik hartstikke trots op.”

Waren deze jongens toe aan een stap hogerop?
“Ja, dat zeker. En een stuk of drie anderen trouwens ook, maar die spelen zich later misschien nog in de kijker. Niet voor niets heb ik sommige jongens al regelmatig laten meetrainen met de B1, omdat ze daar meer weerstand krijgen. Na elke wedstrijd schrijf ik op wat er goed en fout ging. Daar gaan we op de trainingen weer mee aan de slag. Die jongens zijn als ruwe diamanten. Ze moeten eerst gepolijst worden voordat ze gaan fonkelen.”

Is het niet gek dat er voor zulke jonge spelers al scouts van profclubs langs de kant staan?
“Nee hoor, die scouts melden zich netjes. Het zijn correcte mensen. En als ze eenmaal overtuigd zijn van een speler, dan krijgt zo’n jongen een uitnodiging voor een stage en een gesprek. Dat alles gaat in prima overleg met Zeeburgia.”

FC Twente en Heerenveen liggen niet om de hoek. Gaan die jongens ook verhuizen?
“Ja, ze gaan intern, bij een gastgezin. Dat is best ingrijpend. Ik ben zelf, samen met Alain Munoz, bij die gesprekken geweest. Cees Lok is technisch manager van FC Twente. Hij spreekt met de ouders, met het kind. Alles wordt afgewogen. En vergeet niet: uiteindelijk ligt de bal altijd bij die jongens en hun ouders zelf. Bij FC Twente krijgen ze ook nog een psychologisch onderzoek, zodat ze precies weten hoe zo’n jongen in elkaar zit, en in welk gezin hij het beste past. Het is bij die clubs niet van: hé kom maar hier en zoek het maar uit. Er wordt zorgvuldig met ze omgegaan.”

En school dan?
“Ook dat wordt door de clubs geregeld. Die werken samen met zogeheten LOOT-scholen, waarop meerdere kinderen zitten die topsport bedrijven. Maar laat duidelijk zijn: bij profclubs staat het diploma halen bovenaan. Dat vind ik een goede zaak. De jongens kunnen geblesseerd raken, of toch niet goed genoeg blijken te zijn voor het profvoetbal. Dan moeten ze wel een papiertje hebben om op terug te vallen.”

Wat is hun grootste valkuil?
“Nou, dat zijn nogal wat zaken. Kijk, je bent het product van je omgeving. Komen ze uit een warm nest of uit een verdeeld gezin? Zijn ze standvastig of makkelijk te beïnvloeden? Leggen ze hun prioriteit bij school en voetbal of raken ze in de war van alle aandacht? Die zaken spelen allemaal mee. Maar wat ik die jongens altijd meegeef is dit: je bent zelf je grootste valkuil. Uiteindelijk is er maar één die bepaalt of je slaagt of niet, dat ben je zelf.”

En als u nou in een glazen bol kijkt, waar eindigen deze jongens dan?
“Ik hoop dat ze het stadion halen, zoals wij dat noemen. Dat we ze later tussen die vier lichtmasten zien voetballen. En ik geef je op een briefje: die potentie hebben ze. Ik ga ze volgend jaar zeker nog opzoeken, want behalve trainer ben ik ook een beetje hun vader. Ik sta altijd voor ze klaar, dat weten ze.”

Trainer Ibrahim Bow over zijn vertrekkende talenten.

Joel Entsie (linkermiddenvelder): “Joel is iemand die speelt in dienst van anderen. Hij heeft een scherp oog voor zijn medespelers en kan daardoor anderen goed in stelling brengen. Echt een voorbereidende speler. Heeft een fluwelen trap, met links én rechts, overzicht. Kortom: een heel complete speler.”

Sheverinio Blanker (centrale verdediger): “Samen met Randy Ottens is hij het alfamannetje van de groep. Echt een baasje. Hij was eerst aanvallende middenvelder, maar ik heb hem later naar de verdediging gehaald. Daar past hij op de winkel. En hoe! Dankzij Sheverinio zit het achterin potdicht.”

Randy Ottens (spits): “Randy is beresterk en technisch goed onderlegd. Van de 48 doelpunten die we hebben gescoord, zijn er 24 van hem afkomstig. En dat hadden er nog vijftien meer kunnen zijn. Maar omdat het hem zo makkelijk afgaat, is hij soms wat te nonchalant. Hij is echt toe aan een stap hogerop.”

Guininho Wong Fat (rechtsback): “Guininho heeft een uitstekende voorzet en is fysiek sterk. In het begin opereerde hij nog weleens te solistisch, maar gaandeweg heeft hij een steeds beter gevoel en overzicht voor zijn teamgenoten ontwikkeld. En laat ik zijn snelheid niet vergeten. Dat is zijn sterkste punt.”

Lees ook:
Samenwerking met Ajax belangrijk succes voor AFC IJburg (21-02-2014)
‘Hier was hij gewoon nog Rinus’ (25-11-2013)
Nostalgische talentenclub Zeeburgia krijgt nieuwe jas (24-01-2013)