Natuur

Nieuwe kwallensoort in Amsterdamse haven

De mysterieuze kwal die vorig jaar in het Amsterdamse IJ werd gevonden, blijkt geen dodelijke zeewesp. Wel een nieuwe soort voor Noordwest-Europa: de Blackfordia virginica. Zijn nieuwe Nederlandse naam is franjerokje.

Stadsecoloog Martin Melchers noemt de vondst van de nieuwe kwallensoort heel bijzonder. Melchers vist al ruim dertig jaar in het Westelijk Havengebied met stadsvisser Piet Ruijter, vond tientallen exotische nieuwelingen voor Amsterdam, maar een nieuwe soort voor Noordwest-Europa en dus voor Nederland, zat er nog niet eerder tussen.

“Nieuwe soorten worden wel vaker gevonden, maar dan gaat het vaak om insecten.” Nu is er dus een nieuwe kwal, zo groot als een flinke knikker. Melchers’ vrouw bedacht de nieuwe Nederlandse naam: franjerokje, vanwege het vrolijke randje sliertjes aan het lijf.

Toen het dier in 2013 voor het eerst werd gevangen en nog niet gedetermineerd was, kreeg Melchers van een kwallenkenner te horen dat hij op moest passen met het beest. Het dier had namelijk wel iets weg van de dodelijke Australische zeewesp. Dat is een tropische kwallensoort die voor zover bekend alleen voor de kust van Australië voorkomt. Een steek van het piepkleine kwalletje is extreem pijnlijk en kan dodelijk zijn.

Zo’n giftig dier in Amsterdamse wateren klonk onwaarschijnlijk, maar uitgesloten was het evenmin. De ecologie in het IJ is de afgelopen decennia op drift; de ene exoot na de andere vist Melchers samen met stadsvisser Piet Ruijter op. De nieuwe vissen, krabben en kwallen komen van over de hele wereld. Ze komen aanzwemmen via nieuwe binnenwaterverbindingen, tot uit Iran aan toe. Of ze liften mee met het ballastwater van schepen, dus een onwelkome nieuwkomer uit Australië viel niet helemaal uit te sluiten.

Dat was in het najaar van 2013, precies aan het einde van het Amsterdamse kwallenseizoen in het IJ. In de winter verdwenen de kwalletjes uit de netten van Ruijter. Melchers had de inhoud van het jampotje waar het mysterieuze beest in gevangen zat, meteen weer overboord gegooid. Een cliffhanger dus, want Melchers moest wachten tot volgende zomer voor hij er weer één kon vangen voor determinatie.

Zo gauw als het water begon op te warmen en de kwallen weer opdoken in het IJ en in de havens, voer kwallenexpert Marco Faasse mee met Ruijter en Melchers om een nieuw exemplaar te pakken te krijgen. Dit keer waren de mannen goed voorbereid; ze hadden spullen bij zich om het diertje te kunnen conserveren. Al na twee keer vissen had Faasse beet. Een druk bewegend klokvormig kwalletje verdween in één van de potjes formaline. Later ontdekte Faasse ook de poliepen, het stadium van het dier voordat het een kwal wordt, bij IJmuiden.

Na determinatie bleek het te gaan om de Blackfordia virginica, Nederlandse naam franjerokje. Of het franjerokje giftig is, is onbekend. Faasse: “Alle kwallen kunnen netelen, maar bij deze kleine soorten hebben wij mensen daar over het algemeen geen last van.” Zo giftig als de Australische zeewesp is het franjerokje in ieder geval niet, want die hoort tot een andere groep kwallen.

De Blackfordia virginica komt onder meer voor in de Baai van San Francisco en langs de oostkust van de VS tot aan Argentinië. In onze contreien was het dier nog niet eerder waargenomen. Vermoedelijk is het beest, net als zoveel andere exoten, meegelift met een schip.

Net als Melchers is ook Faasse opgetogen. Nooit eerder stuitte hij in zijn carrière als kwallenonderzoeker op een nieuwe soort. De vondst wordt deze maand gepubliceerd in een wetenschappelijk tijdschrift.

Lees ook:
Melchers maakt zich zorgen (13-05-2014)