Natuur

Muizen, zangvogels en het schoentje van een barbiepop

De KNNV, Vereniging voor Veldbiologie, houdt in de winter uilenballenpluisavonden. De de muizenschedels en -kaken die in de braakballen worden gevonden, verschaffen nuttige informatie over de verspreiding van muizen.

Edo Goverse strooit een plastic zak vol donkergrijze, pluizige ballen uit op een wit vel papier dat voor hem ligt. Hij pakt een bal tussen duim en wijsvinger en begint er met een pincet aan te plukken. Al snel stuit hij op een piepkleine onderkaak van een muis. Met een tandenborstel poetst hij de haartjes eraf en bekijkt hem met een loep. “Een dwergmuis”, zegt hij stellig. “Dat zie je aan de knobbelkiezen en het formaat.” Het kaakje legt hij op de hoek van het witte A3-vel.

Het is even na achten ’s avonds en zestien deelnemers – voornamelijk leden van de KNNV, maar ook enkele andere geïnteresseerden – zitten in de kantine van De Nieuwe Ooster geconcentreerd over hun uilenballen gebogen.

Aan de ene tafel worden braakballen van een kerkuil uit Loosdrecht geplozen, aan de andere tafel braakballen uit Eemland. De ballen worden verzameld door boswachters en uilenringers. “Zoogdieren zijn lastig te inventariseren”, vertelt fanatieke pluizer Nico Jonker van de KNNV. “Als je de verspreiding van muizen wilt achterhalen moet je ’s nachts met muizenvallen in de weer. De braakballen van uilen zijn een handig alternatief. Kerkuilen jagen hooguit twee kilometer van hun nest. Ze vreten alles wat voor hun klauwen komt: alle soorten muizen, maar ook ratten, zangvogeltjes en af en toe een mol.” Goverse vond een keer een wezelschedeltje in een braakbal die hij ploos. “En vorig jaar troffen we een schoentje van een barbiepop aan.”

Een kerkuil braakt 1 tot 2 ballen per dag. Daarin zijn steeds de botjes en de pluizige vacht van de prooien verzameld. 150 prooidieren bij elkaar geven voor het Landelijk Meetnet Muizen een reëel beeld van de verspreiding van muizen in een bepaald gebied.

De leden van de KNNV komen elke winter enkele keren bij elkaar om uilenballen te pluizen. Met de gegevens die vrijkomen wordt ook gehoopt zicht te krijgen op de verspreiding van zeldzame en beschermde soorten, zoals de waterspitsmuis en de Noordse woelmuis.

In een hoek van de kantine schuift Fons Bongers met een metaaldetector over een plastic zak vol braakballen. “Soms eten de uilen geringde zangvogels”, verklaart hij. “Mussen, koolmezen, pimpelmezen. Daar hoop ik de ringen van terug te vinden.” Het apparaat slaat alarm. Loos, zo blijkt even later. In de bal vindt Bongers een verroest spijkertje.

Tijdens de uilenbalpluisavond van 6 december zijn 313 prooidieren en 14 soorten vastgesteld: veldmuis, aardmuis, bosmuis, huismuis, dwergmuis en rosse woelmuis, Noordse woelmuis, bosspitsmuis, huisspitsmuis, dwergspitsmuis en waterspitsmuis, woelrat, bruine rat en vogels zoals de huismus.

Wil jij ook een keer uilenballen pluizen? De KNNV komt deze winter nog een aantal keer bij elkaar. Kijk op www.knnv.nl/amsterdam of mail naar Geert Timmermans: harmat4@xs4all.nl.

uilenbalpluisavond-de-nieuwe-ooster