Op de landelijke Natuurwerkdag helpen elk jaar duizenden vrijwilligers het landschap te beheren. Afgelopen 3 november kwamen maar liefst tachtig vrijwilligers naar de Hoeckelingsdam om jonge bomen uit te trekken op dit broedeiland voor vogels; een gebied waar mensen normaalgesproken niet mogen komen.
In de kantine van Kampeervereniging Kinselmeerzicht verzamelen de vrijwilligers zich op zaterdagochtend om 10.00 uur: een bont gezelschap van jong en oud. Op tafel staat koffie en cake. Het is de twaalfde landelijke Natuurwerkdag en de tiende keer dat er een “kaalpluk-actie” plaatsvindt op de Hoeckelingsdam bij Durgerdam. In dit gebied broeden vogels als de kopmeeuw, de kokmeeuw, de zwartkopmeeuw, het visdiefje en de scholekster. Het is één van de zogenoemde “natuurcompensatie”-projecten voor de komst van IJburg. Bomengroei vormt een bedreiging: binnen de kortste keren kan zo’n gebied verbossen met wilgen, berken en populieren.
Fysiek werk
Met een klein bootje worden per keer tien personen overgezet. Er staat een stevige wind en donkere wolken jagen langs de hemel. Voor deelnemer Anne van Leeuwen is het haar eerste Natuurwerkdag. Ze studeert biologie aan de universiteit. “Ik vind het fijn om af en toe de stad uit te gaan en om fysiek werk te doen naast mijn studie. Daarnaast ben ik ook nog vogelaar, daarom sprak deze plek me aan.”
Ook Scoutinggroep Waterland heeft zich aangemeld. Kinderen met geel met groene petjes verkennen kleumend van de kou het eiland. Om de sfeer erin te brengen zetten de leiders het lied ‘Leve de Zeppelin’ in.
Het strand ligt vol met veren en vogelpoep, maar vogels zelf zijn niet te bekennen. Al snel ontdekt één van de scouts in de bosjes enkele grote ganzeneieren.
Iets terugdoen
Overal op het eiland zijn mensen bezig met het uittrekken en verslepen van kleine boompjes. Er wordt handig samengewerkt: terwijl de één de schop in het zand zet, trekt de ander met het volle gewicht aan de stam om de jonge boom met wortel en al uit de grond te trekken. Deelnemer Erik Hülscher sjouwt met een groot exemplaar. “Deze zijn ze zeker vorig jaar vergeten,” merkt hij op. Erik is lid van de Amsterdamse Vogelwerkgroep en komt vaak in dit gebied om te vogelen. “Als je ervan geniet moet je ook wat terugdoen, vind ik. Op andere plaatsen heb ik gezien hoe snel wilgen het landschap kunnen overnemen. Dat is zonde.”
De Hoeckelingsdam is een unieke plek voor vogels, volgens Erik. “Er zitten hier sterns, meeuwen, lepelaars, grote zilverreigers, zwanen en eenden.” Normaalgesproken gebruikt Erik zijn telescoop om vanaf de dijk te kijken.
Het is half één als de boot met warme lunch arriveert. Uit grote pannen scheppen de organisatoren zelfgemaakte soep: bruine bonen, tomaten, witlof en uien. Het begint te regenen en de kinderen van de scoutingclub lepelen met blauwe lippen de soep naar binnen. Terwijl de regen in steeds dikkere druppels uit de hemel komt vallen, gaat de groep na de lunch weer dapper aan de slag. Nog een paar uurtjes en de vogels zullen weer een jaar dankbaar zijn.
Door Kirsten Dorrestijn
Lees ook:
‘Milieuboeven’ vangen in Oost (26-10-2012)
Natuurprojecten bij IJburg afgerond (30-08-2012)