Nieuws

Eiburgh Snacks: Verse patat op weg naar huis

Hemelvaartsdag 2012. Een zonnige middag. Vandaag loop ik mee met Eiburgh Snacks aan de voet van de Amsterdamsebrug. De friettent van Frans Splinter (59) ligt verscholen tussen de bomen, bestaat uit anderhalve container en is deel van een vrachtwagen voor de opslag. En Juul is er. Juul , Belgische 73-jarige ex-paramilitair. Functie: aardappelen schillen. Iedere dag. Want er is altijd verse friet bij Eiburgh Snacks. Het heeft ze diverse keren de verkiezing ‘lekkerste friet van Amsterdam’ opgeleverd.

Juul trekt klanten en dat weet eigenaar Frans Splinter. “Hij zat een tijdje achter en toen hebben we gezegd: Ga maar weer naar voren Juul.” En daar zit hij als ik aan kom: Een kleine generaal voor zijn aardappelhok. Petje op, flink wat tattoos, een blauw plastic schort dat vast zit met een oud aardappelschilmesje en daar onder hele kleine Nike Air-Maxies die een wonderlijke combinatie van aardappelviezigheid en nieuwheid uitstralen. Schillen en praten tegelijk blijkt geen probleem voor Juul. Terwijl hij met een precisie – waarvan je vermoed dat het hem als paramilitair goed van pas kwam – rustig maar uiterst effectief aardappels door z’n handen laat glijden, legt hij aan een klant uit hoe lang hij met een mesje doet.

De klant heeft duidelijk moeite om het Vlaamse accent van Juul te verstaan, dus lacht hij, omdat hij de vraag nu eenmaal zelf gesteld heeft. Hans nodigt mij vanachter de counter uit. Op het ‘erfje’ achter geeft hij met een paar gebaren aan: “Daar is de voorraad, daar de koeling en daar de frietsnijder.”

Op de achtergrond horen we collega Ton (53) praten over de reiger die op het dak van de auto van een van de klanten is gaan zitten. “Die is hier altijd mevrouw,” zegt hij. “Maar nou durft m’n zoon de auto niet meer in,” zegt de moeder. Ton: “Hoezo niet? ‘t Is geen adelaar, gewoon een reiger. Wacht maar effe…” Frans moet lachen. Met een knipoog loopt Ton naar voren om de reiger weg te jagen. “Ja, Ton die werkt hier al jaren, en toen mijn hersens trager werden, ben ik het aan hem gaan verpachten.”

Juul is inmiddels met ferme hand aardappels door een snijder aan het duwen. En hoor de Vlaamse tongval. “Het dunne stukske eerst, want dat gaat rapper. Als ik ‘s ochtends begint met schillen zet ik m’n hersens uit en dan vollen bak door. Als ik moet, schil ik tachtig kilo in’t uur. Ik wil altijd nog een keer mee doen met kampioenschappen, maar weet nooit waar’t is.”

Frans wenkt. Op een briefje heeft hij genoteerd wat hij zelf maakt. En dat is veel. Nieuw is de aspergesnack. Maar ik houd het op patat met draadjesvlees, heerlijk. Hans: ”Het is net als met haring, die is vers ook het lekkerst.”

Het is een drukke dag, veel wielrenners, ouwe Amsterdamse mannetjes, jongens met petjes op, Duisters met eigen bier en een sjieke familie doen Eiburgh Snacks aan. De een staat onder het afdakzijl, de ander zit op z’n motorkap en allemaal kijken ze naar Juul die stoïcijns door schilt.

Frans is tevreden met de drukte, al heeft hij veel last van de afgesloten Amsterdamsebrug. “Maar goed, daar is jouw stukkie dan weer goed voor,” grijnst hij. Ik hoop het.

Door Diede Zillinger Molenaar

Lees ook:
Kriterion: Een tankstation als huiskamer (01-05-2012)
Dromen over een onbewoond eiland (27-10-2012)