Wanneer ik het gevoel krijg dat ik mij meer waard denk te voelen dan jullie ga ik naar het stadsdeelkantoor. Daar geven ze namelijk les in nederigheid. Als je daar binnenkomt, merk je direct dat er andere regels gelden. Je wordt bijvoorbeeld pas geholpen wanneer het nummertjestrek-softwareprogramma vindt dat je lang genoeg gewacht hebt.
Er zit geen systeem in het is totaal random. Het grote wachten dus. In een zaal die doet denken aan een bibliotheek zonder boeken. Er heerst een stoffige stilte waar je mond schraal van raakt, je hoort je hart kloppen in je hoofd. De klok die er aan de muur hangt loopt ook veel te langzaam, het lijkt een complot. Als er volgens de wijzers een half uur is verstreken heb je alweer stoppels. Tenzij je een vrouw bent; dan heb je uitgroei en kun je direct door naar de kapper. Ik kan mijn ogen ook nooit afhouden van het scherm waarop je ziet wie er aan de beurt is. Alsof ik er over mijn toekomst kan lezen. Weet je wat echt leuk is? Het moment dat je denkt dat je bijna aan de beurt bent. In mijn hand een papiertje met daarop D234 en D233 wordt omgeroepen. “Hierna ben ik,” denk je dan. Mooi niet. Eerst E112 daarna A74 en natuurlijk G552. En bij elke keer dat ik het geluidje hoor denk ik dat ik aan de beurt ben. Ping! A75. Ping! B244. Dan A76 tot en met 79. Soms plas ik in mijn broek van de zenuwen. En dan gebeurt het. Ping! D234!
Ik sprint naar de balie om daar geholpen te worden door iemand die zo rustig aan doet dat het lijkt alsof diegene thuis op de bank zit en je de chips aangeeft. Deze mensen worden dikwijls bedreigd. Wanneer ik naar buiten loop herinner ik me altijd dat je ook gewoon kunt bellen voor een afspraak.