Rafelranden van de stad

Vanaf het moment dat ik in het Funenpark kwam wonen, verheug ik me op de blootlegging van Bolwerk Zeeburg, waarvan de fundamenten voor mijn huis begraven liggen. Deze fundamenten vormen een van de weinige overblijfselen van de 17de-eeuwse stadsomwalling. Na afronding van het park zouden ze blootgelegd worden en onderdeel vormen van een kunstwerk dat de ruige historie van dit gebied weerspiegelt. Helaas ziet het er nu naar uit dat dit plan niet doorgaat.

In het park ligt een laagwaterkering die in noodgevallen overstroming moet voorkomen. Als het bolwerk wordt blootgelegd, moet de kering verplaatst worden naar de Czaar Peterstraat en daar wil de gemeente geen geld voor vrijmaken. Jammer.

Ik heb een zwak voor tastbare herinneringen aan een zinnenprikkelend verleden. Staand op mijn balkon weet ik precies waar Bolwerk Zeeburg ligt en hoe het loopt. En meer heb ik niet nodig om mijn fantasie de vrije loop te laten. De één ziet een hoop stenen, ik een compleet verhaal. Zonder verbeelding is geschiedenis niet interessant. Omdat ik nog wat feiten te kort kom om lekker weg te kunnen dromen, verdiep ik me op internet in de geschiedenis van het Funen. Bolwerk Zeeburg werd opgeleverd in 1649 ter verdediging tegen een aanval van de Spanjaarden. Geweldig, scherp besnorde Spanjaarden voor anker in galjoenen op de plek waar nu IJburg ligt. Het Funen was een onherbergzame, schaars verlichte uithoek van de stad, waar slechts molenaars en hun knechten woonden. Als ik vanaf mijn balkon naar links kijk zie ik De Gooyer, de laatste van de vele molens die hier vroeger stonden. De wieken draaien. Het Funen was een ideaal gebied voor smokkelaars. Ik zie ze liggen, verscholen op de rieteilandjes, wachtend op de brakke bootjes waarin ongure types aan komen waaien met handel. Ik hoop dat de molenaars hun vrouwen en dochters binnen hielden. Want als de handel veiliggesteld was gingen de contrabandiers natuurlijk op zoek naar vertier.

Ik leerde het al bij geschiedenis: aan de rand van de stad gebeuren spannende dingen. Mijn leraar noemde het de rafelranden van de stad. Rond 1800 is het er nog niet veel beter op geworden. In 1804 was een deel van de rietlanden net buiten de voormalige stadsgracht […] ingericht als een begraafplaats voor lijken uit het pesthuis of armenhuis, onbekende drenkelingen en veroordeelde misdadigers, het Sint Pieterskerkhof. Niet bepaald Zorgvlied aan de Amstel, maar een dumpplek voor schurftig gespuis. Ik wist al dat ons appartementencomplex was verrezen op een voormalige begraafplaats. Ik herinner me een uitzending van AT5, waarin een reporter over het hek klom en op het bouwrijp gemaakte terrein een aantal botten én een complete schedel uit de grond trok. Wat een gebied moet dit geweest zijn… daar kon je na zonsondergang maar beter niet rondspoken. Maar overdag was het niet veel beter en moest je de neus goed dicht houden. Het kerkhof lag te laag, en door het grondwater dreven de kisten soms uit hun pas gedolven graven. De stank moet verschrikkelijk zijn geweest. Als je geluk had kwam de wind uit het oosten en werd de geur van ontbinding verdreven door de zilte geur van de Zuiderzee. Het was voor reizigers geen pretje om over de middeleeuwse Diemerzeedijk de stad in te komen. Ik verbeeld me vrouwen die bij het ruiken van de lijken snel een scheut Keuls water op hun zakdoeken plengen en de zakdoek onder hun neus houden. Het Funen was een Jheronimus Bosch-achtig stukje Amsterdam waar Bolwerk Zeeburg tweeënhalve eeuw over waakte.

Ik kijk naar buiten; het is prachtig weer. Omdat het Bolwerk waarschijnlijk nooit meer boven de grond komt besluit ik op zoek te gaan naar de rafelrand van nu, de nieuwe stadsgrens bij IJburg. Kijken wat voor spannends zich daar nu afspeelt. Het is merkwaardig hoe weinig de stadsrand aan deze kant van de Amsterdam is opgeschoven – hemelsbreed slechts een kleine 7 km naar het zuidoosten. Maar er is niks spannends te zien, het stinkt er niet en het water is kalm. Ik zie vogelspotters op een brug, mensen die hun hond uitlaten en een verwaaid stel dat voor een cappuccino onderweg is naar Blijburg. Niets dat nog herinnert aan deze ooit zo ruige uithoek van Amsterdam. Wat zou het mooi zijn als de gemeente Amsterdam besluit Bolwerk Zeeburg toch op te graven.

Het Funenpark ligt tussen de Czaar Peterstraat en de Cruiqiuskade in. Als je vanaf IJburg de Piet Heintunnel door bent, rijd je er zo tegenaan. Kom er eens een kijkje nemen. Kan je meteen een lekker biertje pakken bij Brouwerij ’t IJ.

Foto:
Sneeuw bedekt de plek waar ooit het beruchte Sint Pieterskerkhof lag. In de verte molen De Gooyer. Onder het park in aanleg liggen de fundamenten van Bolwerk Zeeburg.