Victorie. Na zes jaar kon er dan eindelijk weer eens worden geschaatst tussen de eilanden van IJburg. Al schaatsend het eiland rond, daar droomde ik al van sinds de fundering van ons huis werd gestort. En al die jaren probeerde ik die hunkering koortsachtig op mijn kinderen over te brengen. Maar die hadden werkelijk geen idee waar ik het over had. Schaatsen? Hier? Ja, hield ik jaar op jaar dapper vol, deze winter kunnen we vast schaatsen. Ha!
In de kerstvakantie was het ineens zo ver. En het was nog mooier dan in mijn dromen. Het ijs was goed, de sfeer grandioos. Al koek en zopie-end zwierden we over de bevroren vlaktes. Windwakken onder bruggen omzeilden we moeiteloos, klunend door het riet. ‘Mamma, wat is klunen?’ Antwoord: ‘Dit!’
Tussendoor haasten we ons naar schaatswinkels of speurden internet af om ook alle kinderen van passende ijzers te voorzien. Maar wat was de beste keus? Mijn kinderen moesten verplicht op Zandstra’s. Die lijken een beetje op de Friese doorlopers (‘houtjes’) waar wij het allemaal op hebben geleerd, maar dan zonder die afschuwelijke fel oranje bandjes. Herinnert u het zich nog? Dan zat je daar aan waterkant – in mijn geval in de polder – afgetrapte regenlaarzen van je oudere boer aan je voeten, de rest van je familie al mijlenver het ijs op. Als je die dingen dan eindelijk uit de knoop en enigszins onder je voeten had, stonden ze na vijf meter schaatsen alweer links en rechts naast je voeten. Maar dat terzijde.
Nu hebben kinderen vaak al vanaf de jongste leeftijd de meest flitsende modelletjes onder hun voeten. Mijn kinderen klaagden steen en been dat ik ze geen Combinoren wilde geven. Want, zo jammerden ze, daarop ‘gaat het veel beter en sneller en echt iedereen heeft ze mam’. Ik geef toe (niet aan mijn kinderen zelf natuurlijk, want dan weigeren ze helemaal ooit nog een voet op het ijs te zetten), het gaat ook sneller en makkelijker. Maar ik heb nu eenmaal van de echte diehards aangenomen (en daar krioelt het van in mijn omgeving) dat je alleen echt ‘recht op ijzers’ leert schaatsen als je van die lullige onderbindschaatsen aantrekt.
Eerlijk gezegd doe ik het zelf al jaren op die Combinoor. Heerlijk comfortabel en nooit meer last van verkrampte schenen en doorgezakte enkels. Maar hoe komt dat? Inderdaad, omdat ik jarenlang de ontberingen op die ellendige ‘houtjes’ heb doorstaan. ‘Doorzetten jongens, doorzetten, dan leer je ’t net zo goed als mamma.’