Hang loose

Water. Het is er in mijn leven altijd geweest. Al toen ik klein was. Achter ons huis liep een slootje met daarin ons roeibootje. Een bron van vermaak. Meestal lag het vast aan een touw en hield ik me bezig met water van de bodem scheppen. Maar vaak ook ging ik met mijn buurvriendjes roeien. We zwommen, we visten, we plukten rietsigaren, dronken onze flessen Riedel leeg en hadden de grootste lol.

Toen ik ouder werd liet ik het bootje steeds meer links liggen. Maar het water bleef trekken. In dit geval het zoute water van de Noordzee. In zomervakanties fietste ik met vriendinnen dag in dag uit naar Bergen aan Zee. Waar we een beetje in het zand lagen, waar we wat in de golven speelden en waar we – ik kan het niet ontkennen – een beetje naar de surfers loerden.


Spectaculaire sport, dat surfen, beoefend vaak ook door heel spectaculaire jongens. Nou wil het geval, dat ik mijn toekomstige man toen nog niet kende. Want laat dat nou ook een surfer in hart en nieren te zijn geweest. Ook hij woonde aan het water en ook hij zal wat hebben afgesurft. Samen met z’n vrienden en tot groot vermaak van zijn vriendinnen – the show must go on – soms ook met zijn kortharige teckel die als passagier, vóór op de plank meevoer. Dat moet een aantrekkelijk schouwspel zijn geweest. Gebruind borsie, wapperende haren, those were the days.


Hij is nu 37, die man van me en een surfplank – schat ik – heeft hij al in 17 jaar niet meer van dichtbij gezien. Maar hij is een man, weet u wel. En vindt zichzelf na al die surfloze jaren dus nog steeds een kei van een surfer. Als het waait klinkt er steevast uit zijn mond: ‘goed surfweer’. En zodra heeft hij ergens surfers – wat nog best vaak gebeurt op IJburg – in wolken van schuim over het water zien ketsen, heeft hij het later op de dag met zijn buurman steevast over het toch maar eens aanschaffen van een surfplank.


Buurman – het woord zegt het al – is ook een man, dus ik hoor al dat gesnoef een beetje meewarig aan en ik denk: ‘Klets maar raak jullie, praatjes vullen geen gaatjes’. Maar toch… toch heb ik wel eens angstvisioenen waarin ik zo’n gevaarte uit de vorige eeuw zomaar in de achtertuin zie liggen. Naast de virtuele kano, die er zeker ook moet komen.


Ik heb het ‘m wel eens gezegd: ‘Huur om te proberen of je’t nog steeds kunt, nou eerst eens gewoon zo’n moderne plank bij de watersportvereniging. Want die dingen zijn tegenwoordig een stuk lichter en onstabieler dan vroeger.’ Maar doet hij het dan ook, een plank huren? No way. Want surfen, dàt verleer je niet.