Op het women only verjaardagsfeestje van een goede vriendin kwam ook haar nieuwe buurtgenoot. Ik vond haar stom op het eerste gezicht. Ja sorry, het was gewoon zo.
Als ze sprak, rolde ze met haar ogen. Zette ze een stemmetje op en gebaarde met haar lijf. Steeds probeerde ze erbij te lachen, ook als het onderwerp niet grappig was. Overdreven deed ze vond ik, over alles waarover we spraken.
En wij vrouwen aan tafel hadden nogal wat om over te spreken.
(Terzijde: dertigers zijn inderdaad geen meisjes meer, al zeggen sommigen dat nog steeds. We hebben ook echt geen ‘vriendjes’, maar mannen. Of we zijn hersingled, dat zijn er ook best veel.)
Maar goed, wij hadden het dus over de kinderen en over verplicht vroeg opstaan door die kleine rotzakken. Over vroeger spraken we, hoe vrij we waren en wat een leuke dingen we deden. We fantaseerden over op vakantie gaan zonder onze gezinnen. En proostten daar gelukzalig op.
Heel soms kwamen ook de vaders van onze kinderen ter sprake, maar nooit lang want we waren onder elkaar. We dronken wijn, niet meer dan twee glazen elk, zo roekeloos zijn we allang niet meer. Heel gezellig, al met al. Voor herhaling vatbaar, concludeerden we flink na middernacht, toen we met een omhelzing afscheid namen van elkaar.
In de auto terug naar huis zeiden mijn vriendinnen: ‘Die ene, die nieuwe, weet je wel? Je lijkt op haar.’