Chillen

Mijn zoon van negen kwam vorige maand thuis met de voor mij tot dan toe onbekende uitdrukking: dik chillen. Ofwel: ik heb vandaag zo’n drukke dag gehad, nu ga ik even lekker uitrusten. Ik had het nog nooit gehoord en toch wist ik wat hij bedoelde.

Ik schoot in de lach en dacht een tikje melancholiek: ‘Zo gaat dat! Leerde hij vroeger nieuwe woorden van mij, nu leer ik ze van hem.’ Maar ik dacht ook: ‘Beetje vreemd eigenlijk. Zo jong nog en dan al dik moeten chillen?’

De volgende ochtend werd hij huilend wakker. Zijn zusje van drie probeerde hem nog te troosten, maar tevergeefs. Hij bleek ziek te zijn. Hoofdpijn enzo. Ik grapte: ‘Als dat maar geen Mexicaantje is. Ga maar lekker op de bank liggen. Vandaag hoef je niet naar school.’

Maar de hoofdpijn bleef. Bovendien begon hij te hoesten en kon-ie amper van de bank af komen. Dan word je toch achterdochtig. Het zal toch niet echt eh… Mexicaanse griep zijn? Ik bedoel: de kranten stonden er dan misschien wel vol mee, maar kon iemand die zo dicht bij je staat het dan nog echt krijgen ook?

Op internet maar even gecheckt, en het kon echt alleen maar De Griep zijn. Mmm, wat nu? Nou, niks dus, volgens het RIVM. ‘U hoeft pas naar de huisarts als de klachten toenemen.’ Met andere woorden: gewoon uitzieken en dat is dat.

Zijn vader – zelfverklaard humorist – wilde zijn zoon nog wel even meegeven dat je er dus dood aan kon gaan, aan De Griep. Niet dat hij daar ook maar een moment aan dacht, maar hij wilde het toch even gezegd hebben… Onze zoon kent z’n pa. Nam de mededeling zonder ook maar met z’n ogen te knipperen voor kennisgeving aan en zwolg in zijn griep.


Ikzelf was er al meteen gerust op dat het weer goed zou komen, maar de omgeving reageerde nogal geschrokken. We werden vaker gebeld dan anders. Hoe het nou ging met de patiënt? En of hij al weer wat wilde eten? En hoe hoog de koorts nu was? En… Nou ja, ze leefden dus heel erg mee. Aardig. Maar op bezoek kwamen ze liever niet.


Terecht? Onterecht? Laat ik het ook zo zeggen: in de praktijk viel het allemaal heel erg mee. De door Ab Osterhaus – die niet van het televisiescherm af te krijgen viroloog – zo behendig aangejaagde berichtgeving suggereerde op z’n minst dat niets zo besmettelijk was als De Griep. Maar wij hebben daar weinig van gemerkt. De overige gezinsleden bleven zonder mankeren op de been.


En de 9-jarige? Die heeft het allemaal gelaten over zich heen laten komen. ‘Waarom hebben jullie het er toch steeds over?’ vroeg hij na een paar dagen, enigszins geïrriteerd. Na zeven dagen (ik heb het sterke vermoeden dat hij er minstens twee heeft bij gesmokkeld om nog wat extra oude Donald Duckie’s te kunnen lezen) was hij weer helemaal het mannetje.

Mexicaanse griep? Een weekje dik chillen op de bank, da’s alles.