Afdingen. Ik kan het niet. Vol schaamte kruip ik in mijn sjaal als ik mijn expeditiegenoot iets hoor zeggen in de trant van voor twee tientjes neem ik ’m mee. Op het prijskaartje namelijk knipoogt de 32 euro mij confronterend tegemoet. En ik geloof dat. Ik bedoel, geen haar op m’n hoofd die er ook maar een seconde over peinst om te gaan pingelen.
Ik ontdekte het gat in mijn handels-DNA toen ik met mijn bijna-huisgenoot deep down the nineties ons allereerste huurhuisje aangeboden kreeg. We wilden een tapijtje uitkiezen en deden dat ter plekke, om de hoek. Ons oog viel op beige-met-een-klein-blauw-ruitje. De nineties hè, even visualiseren. Direct de prijs gevraagd en ik moet zeggen: mij viel het alleszins mee. En ik liet dat ook merken. Oooooh, juichte ik lachend richting de winkelbediende. Acht gulden en nog wat de vierkante meter, inclusief leggen. Dat liet zelfs òns studentenbudgetje ruimschoots toe.
Mijn aanstaande echter, trok op hetzelfde moment wit weg rondom de neus. Sterker:onder tafel werd ik door hem zelfs geschopt. Maar mijn blik gleed alweer – ik was me nog van geen kwaad bewust – naar de ook niet onaantrekkelijk geprijsde restpartijen in een hoek van de winkel.
Eenmaal buiten kwam het hoge woord er pijlsnel uit. “Wil je dat noooooit meer doen? Het had zeker voor de helft minder gekund,” siste hij me woedend toe. “Als jij niet zo onnozel oooooh had gezegd, hadden we die vloerbedekking voor minder dan zes gulden de meter kunnen hebben.”
Oef. Ik realiseerde me direct dat hij best wel eens gelijk zou kùnnen hebben. Al gaf ik dat niet toe. Ik krijg nu eenmaal kromme tenen van afdingen. En steek het liefst mijn vingers in mijn oren. Maar goed. De tapijtdeal was gesloten dus daar was niets meer aan te doen. We praatten er niet meer over en stilzwijgend werd bij gezamenlijke aankopen voortaan door hem het voortouw genomen.
Tot voor kort. Wat hij kan, kan ik ook, was zomaar een recente oprisping op weg naar volledige zelfstandigheid. Ik verzamelde moed, stapte een winkel binnen en zou de pannenset waar ik al weken naar lonkte wel eens voor een habbekrats mee naar huis nemen. Pakte dat even anders uit. Ik werd keihard uitgefoeterd. Hoe ik het in mijn hoofd haalde om bij een eerlijke hardwerkende onderneemster, die het ook maar in haar eentje moest zien te redden met die enorme huren, iets van de winkelprijs probeerde af te praten?
De tranen schoten mij, sukkel die ik ben, bijkans in de ogen. Met het schaamrood op de kaken rekende ik af en holde naar buiten. Ik besloot dit nooit, maar dan ook nooit meer te doen. En daar valt in mijn geval dan ook niks meer op af te dingen.