Er wordt de laatste tijd in mijn omgeving erg veel gesproken over de vraag wie er nu eigenlijk Amsterdammer is. Aangezien ik geboren noch getogen ben in de stad, vraag ik me altijd even af wat de discussie voor mij betekent. Zoals zo velen ben ik in Amsterdam komen wonen toen ik ging studeren. Misschien ben ik wel gaan studeren om in Amsterdam te kunnen gaan wonen, maar daar gaat het nu niet om. Inmiddels woon ik er verreweg het grootste deel van mijn leven. Maar ja, ik ben er niet geboren.
Volgens sommigen betekent het feit dat mijn wiegje buiten de stad stond, dat ik geen Amsterdammer ben. Of in ieder geval geen “echte”. Ik vind dat maar raar. Ik woon in Amsterdam en ik ben niet van plan om de stad te verlaten. Dat zou toch voldoende moeten zijn. Amsterdam is de optelsom van iedereen die er woont. Iedere Amsterdammer draagt een heel klein beetje bij aan het karakter van de stad en aan de richting waarin dat karakter zich ontwikkelt. Al eeuwen is het zo dat het wiegje van veel Amsterdammers heel ergens anders stond dan in Amsterdam. Sterker nog, als mensen van buiten nooit de kans hadden gekregen om Amsterdammer te worden, dan zou de stad nu misschien net zo groot en beroemd zijn als Hoogkarspel.
Kortom, kenmerkend voor de identiteit van Amsterdam is dat er zoveel mensen naar toe komen om er een bestaan op te bouwen. Dat werkt alleen maar wanneer je Amsterdammer kunt worden.