Schmink

M’n baldate had de jodenster van zijn grootvader in zijn binnenzak. Het thema van de boekenweek was Duitsland. Naarmate de avond vorderde, vroegen meer en meer mensen zachtjes aan me: ‘Heb je veel gedronken misschien?’ In het begin zocht ik daar niet zoveel achter, het leek me als smalltalk over het weer, – ‘Heb je veel gedronken misschien?’ ‘Valt wel mee, jij?’, ‘Valt ook mee,’ ‘Ik zou wel iets meer bodem..,’ ‘Ik heb braadworsten gezien,’ ‘O ja?’ – maar gaandeweg begon het toch op te vallen. Zoveel had ik namelijk niet gedronken. Ik had me laten opmaken, omdat ik dat zelf niet kan, m’n geweldige jukbeenderen kwamen nu nog mooier uit, en m’n ogen dan, ineens had ik me toch een stel prachtige kijkers, het was niet te geloven, maar zoiets, júist zoiets als make-up, kon zich vermoedelijk ook helemaal tegen je gaan keren.
Op het Ajax-terras zei een Vlaamse schrijver: ‘Jij hebt je geschminkt.’
‘Dat zeggen jullie zo, hè?’ zei ik. ‘Schmink.’
‘Ja,’ zei hij, ‘Schminken is bij jullie iets voor clowns of niet?’
‘Voor clowns ja,’ zei ik.
‘Moet jij geen braadworst?’
‘Hoezo?’
‘Zal ik je anders even naar de braadworsten brengen?’

www.elkegeurts.nl.