Bij de Blokker

Man en dochters vertrokken voor een nachtje naar een hotel met zwembad. Jeetje zat voorin, op mijn plek, en Deetje zat achterin. En toen reden ze weg. Het stortregende. Ik moest huilen. Niet omdat ik mee wilde. Maar omdat ik niet mee wilde.
Alles wat ik ooit heb gelezen over liefdesverdriet en wat erover gezongen wordt, is waar. Barensweeën zijn er niets bij. Geen wonder dat er altijd zulke aanstellerig grote woorden voor gebruikt worden. Het ís geen aanstellerij.
Iemand zei me: ‘De wond zit op dezelfde plek als verliefdheid. Maar nu is het het omgekeerde.’
Iemand zei me: ‘Het is wél goed voor de literatuur.’
Toen ik dit ’s avonds tegen een vriendin vertelde, riep zij uit: ‘Jezus, de literatuur! Jij zou natuurlijk nog liever bij de Blokker gaan werken en voor altijd met schrijven stoppen, als je je gezin maar bij elkaar houdt.’
‘Ja, tuurlijk!’ zei ik en nam een slok wijn. Nee, dacht ik. Dat niet. Ik zou niet nog liever bij de Blokker werken. Maar dat durfde ik niet hardop te zeggen.

www.elkegeurts.nl