Ik heb niet altijd al psycholoog willen worden. Op dat idee kwam ik pas echt toen ik ging afstuderen. Daarvoor wilde ik in chronologische volgorde: prima ballerina (6 jaar), zangeres (10 jaar), actrice (13), pianist (15) en minister (17) worden. Na mijn eindexamen wilde ik uiteindelijk wel gaan studeren maar eerst wilde ik op avontuur. Ik ging naar Israël. Ik moet bekennen dat daar geen ideologische motieven achter schuilgingen. Het leek me gewoon erg geinig om eindelijk eens een gebied te zien waarover ik op het Gymnasium zes jaar had moeten leren. Bovendien waren er nogal wat beroemde mensen geweest. In Nazareth heb ik in een impulsieve bui mijn lieve diepgelovige oma gebeld. Ik riep: “He, yo oma, weet je waar ik ben, in Nazareth, je weet wel, van Jezus van Nazareth!” Mijn oma was diep onder de indruk maar vooral bezorgd. Ze zei: “wat fijn kindje, hang maar snel weer op, bellen is veel te duur voor je” . Ze dacht vast dat ik had gedronken. Ik heb veel gedronken in Israël maar niet in Nazareth.
De Geheime Dienst vond het maar verdacht dat een Koreaan met een Hebreeuwse naam in hun land vertoefde. Ik ben twee maal uitbreid ondervraagd en moest zelfs zweren met mijn rechterhand omhoog dat ik geen Noord Koreaanse spion was. Ik voelde intuïtief aan dat ik niet bijdehand moest doen (zoals: als ik echt een Noord Koreaanse spion was, dan zou ik dat nooit toegeven, dat moeten jullie toch weten) en ik heb braaf gezworen. Misschien voedden twaalf militairen met mitrailleurs mijn intuïtie een beetje. Maar naast de Geheime Dienst beviel het bohémien leven mij uitstekend en er waren dagen dat ik overtuigd was dat ik voor altijd reiziger zou blijven. Toen, op een keer dat ik gewoon voor de gezelligheid belde (ik had het kunnen weten) kwam de dreiging van het thuisfront: “wat ga je studeren en waar, dan schrijf ik je in”. Politicologie was daarvoor mijn plan geweest. Maar door mij te verdiepen in Israël en het bezoeken van een paar Palestijnse dorpen had ik mijn buik vol van politiek. “Psychologie”, flapte ik eruit. “Oké, en waar dan?” hoorde ik. De topografie van Nederland kwam mij slechts vaag bekend voor en zei daarom voor de zekerheid: “Amsterdam”. Ik hing snel op. Het was januari, het strand van Tel Aviv lonkte. De universiteit zou pas in september beginnen.
Ik begon aan mijn studie Psychologie maar hield me meestal bezig met andere zaken. Ik besloot dat ik toch pianist wilde worden. Ik zocht een leraar en vond Jaap Kooi. Ik studeerde hard piano en bezocht zo nu en dan een college Psychologie. Ik haalde hoge cijfers voor mijn tentamens Psychologie maar mijn pianospel bleef hevig bekritiseerd. Mijn leraar legde uit: alleen met een olifantenhuid overleef je het conservatorium. Gedeprimeerd deed ik mijn beklag bij Wibi, die in die tijd in ieder geval nog heel normaal overkwam. Hij beurde mij op en zei: “Het is juist goed als leraren de moeite doen om je af te kraken. Als ze je slecht vinden, geven ze je gewoon geen les”. Hij vertelde over zijn tijd op het Conservatorium. Met hernieuwde moed ging ik naar de auditie. Na een half uur spelen, hoefde de commissie niet eens te overleggen. De voorzitter zei: “Dat was niet zo goed. Wie is je leraar?” (moest ik nu liegen?). Nee, het hoefde niet, er werd al gefluisterd: “Dat is een leerling van Jaap Kooi”. Het was stil. Nu moest ik iets professioneels zeggen, iets intelligents. Ik zei: “ik wilde eigenlijk auditie doen voor zang” en zong een stukje aan de piano. Ze glimlachten vriendelijk. Nu schoot me iets beters te binnen: “Ik studeer ook nog Psychologie, ik heb het best wel druk!” Ze zeiden: kom volgend jaar nog maar eens terug, en anders veel succes met je studie”. En die lieve Jaap, mijn leraar zei later: “Ruth, jij hebt zo’n brede interesse. Als er iets anders is dat je gelukkig kan maken dan pianist worden, dan moet je dat andere doen. Met je piano ben je getrouwd”. Vele jaren later hoorde ik dat hij inmiddels gescheiden was.
Ik wilde avontuur, en dat beleef ik dagelijks in mijn praktijk. Ik mag mee op reis in het leven van heel veel verschillende mensen. Ik voel iedere keer opnieuw dankbaarheid over zulke mooie ontmoetingen. Het is goed zoals het is gelopen.