Vrijdagmorgen ligt er in mijn Schoolschrijverhoekje al een hele berg mappen klaar. Ik begin nieuwsgierig te lezen en ik ben al gauw verdiept in de prachtigste verhalen.
Voor de beide groepen 6 heb ik een speciale afsluiting in petto. We beginnen als altijd met het terugblikken op de opdracht van de vorige keer. Bij juf Hanke mogen Omar E., Natacha, Batuhan, Lydia en Aya hun werk voorlezen.
Omar E. heeft opgeschreven dat hij genoemd is naar een profeet. Zijn ouders en grootouders zijn in Egypte geboren en Omar spreekt de taal van dat land heel goed. Natacha schrijft dat haar ouders en grootouders in Guyana geboren zijn. Oma heeft haar geleerd elke avond te bidden, want als je dat niet doet, weet je niet of je de volgende ochtend wel wakker wordt. Bij oma at ze ook altijd met haar handen, maar jammer genoeg is die oma nu overleden. Batuhan is in Amsterdam geboren, maar zijn ouders en grootouders in Turkije. Als Batuhan in Turkije is, helpt hij altijd de schapen te voeren. Soms eet de familie buiten op het balkon en heel soms mag Batuhan op de tractor rijden! Lydia is geboren in Amsterdam-Noord, maar haar ouders en grootouders werden geboren in Ghana. In Ghana houdt iedereen van dansen. Ze hebben zelfs een dans bedacht en dat is de Azonto. Aya tenslotte leest voor dat haar naam een stuk uit de Koran is. Aya kan Marokkaans spreken en ze meldt dat ze in Marokko bidden en hoofddoeken dragen. ‘Iedereen is altijd heel blij,’ schrijft ze. ‘Het is gezellig met ons.’
Bij juf Claire mogen Aaminah, Ayman, Rana, Walid en Yassine voor de klas komen. Aaminah schrijft dat ze in Nederland geboren is, net als haar moeder, haar broer en haar zusje. Haar vader is in Suriname geboren. Hij spreekt een heel klein beetje Surinaams en hij is Arabisch aan het leren. Thuis eten ze op de grond uit een grote schaal, ieder met zijn of haar rechterhand. Thuis worden er twee talen gesproken: Nederlands en Hindi. Ayman is geboren in Amsterdam-West. Zijn ouders in Marokko. Zijn bijnaam is Aymanio. Rana is geboren in Nederland net als haar drie broertjes en haar broer. Haar ouders zijn in Turkije geboren en ze zijn al 16 jaar in Nederland. Thuis eten ze op de grond. Hun lievelingseten is kipsalade en ook snoep! Walid is geboren in Nederland, net als zijn moeder. Zijn vader is geboren in Marokko in de stad Rabat. Zijn ouders hebben elkaar in Marokko ontmoet en zijn vader is op zijn 18de naar Nederland gekomen. Yassine is in Nederland geboren net als zijn drie zussen. Zijn ouders in Marokko. Bij Yassine thuis spreken ze wel 5 talen! Engels, Frans, Arabisch, Berber en Nederlands. Op zondag gaat Yassine naar de moskee om Arabisch te leren schrijven.
Deze verhalen vertellen al zoveel: het maakt mij nieuwsgierig naar wat ik nog meer te lezen zal krijgen! Na het voorlezen is het tijd om bekend te maken wie er naar de talentenklas gaan.
In groep 6B van juf Hanke zijn dat:
Omar F.
Tommy
Wesley
Lydia
Grace
Dilara
In groep 6A van juf Claire zijn dat:
Walid
Ayman
Bilal
Doha
Aaminah
Danisha
Als iedereen dat verwerkt heeft, vertel ik over de afsluiting in het Muziekgebouw aan het IJ op 25 juni. Wow, dat lijkt de kinderen wel heel erg leuk!
En dan is het tijd voor de quiz. In beide groepen is het heel spannend. In 6B wint Roychcia. Ze kiest het boek ‘Fritzi en de valse clown.’ In groep 6A wint Alihan. Hij kiest, na lang dubben, het boekje: ‘Het geheim van het zwemparadijs.’
En dan wacht mij nog een verrassing. Van beide groepen 6 krijg ik een prachtig kleurig boekje met afscheidsteksten van alle kinderen. Wat lief, wat leuk, dank jullie wel! Ik mis jullie nu al …
Deze morgen ben ik ook te gast in de beide groepen 3. De kinderen zitten al klaar voor de gymles, in hun ondergoed en met blote voeten, maar dat mag de pret niet drukken. Als ik vertel over ‘juf is in de war’ knikken ze alsof hen dat bekend voorkomt. Ze gaan helemaal mee in het verhaal. Een jongetje wil weten hoe ik op dat verhaal ben gekomen. ‘Ik ben zelf ook wel eens in de war,’ beken ik. Ook willen de kinderen weten hoe ik die boeken maak. Tja, die mooie kaften maak ik helaas niet zelf. Dat doen ze in de drukkerij. Er is een jongetje, dat weet hoe een boek in de kaft geplakt wordt. Ook heeft hij het over de ‘rug’ van het boek en hoe ze die maken. Knap, hoor! Als ik laat zien, dat het ook wel eens fout kan gaan, reageren de kinderen verrast: dat boekje is ondersteboven in de kaft geplakt! In de laatste groep 3 mogen alle kinderen een zin lezen. Em tja, wat is ook alweer een zin? Het levert een hele discussie op, totdat iemand met de oplossing komt: achter een zin staat een punt. En dat is maar al te waar.