Apenkooien met de fiets


Mijn fiets

Iets wat onmisbaar is om te functioneren in Nederland en in het speciaal binnen Amsterdam is een fiets. Ik denk dat wij het meest fietsende volk van de hele wereld zijn. Van jongs tot oud, iedereen fietst in Nederland. Of het nu de kleintjes zijn op hun driewieler of de oudjes op hun electrische fiets, iedereen doet het. Het is zelfs zo karakteristiek voor ons land, dat het een toeristische attractie is om fietsend door Amsterdam te gaan op die heerlijke rode MacBikes. Behalve dat het een gewoonte is, wordt fietsen in Amsterdam verheven tot een professionele sport waarbij inzicht, tactiek, intuïtie en doorzettingsvermogen aan te pas komen. De stoplichten dienen enkel als tokens binnen de fietspiraterij in de stad. We weten allemaal dat een groen licht net zo min te vertrouwen is als een rood licht. Er zijn altijd wel auto’s, om niet te zeggen ’taxi’s’ die door rood rijden. En natuurlijk al die andere fietsers en scooters. Er geld dus maar een regel: rij met je verstand en niet volgens de regels. Een leeg kruispunt betekent doorrijden, een horde toeristen staat synoniem voor slalommen en een fietstaxi zorgt ervoor dat je wel over de stoep moét gaan. Zo lang we allemaal onze ogen open houden, is er niks aan de hand. Zit je toevallig niet op de fiets en probeer je je een weg te banen als voetganger? Dan gelden er andere regels. Om te beginnen moet je uit je ooghoeken stiekem de situatie inschatten. Essentieel is dat de autobestuurders en fietsers denken dat jij hen niet gezien hebt. Kijk dus strak vooruit en zet de eerste zelfverzekerde doch kwetsbare stap op het zebrapad. Nu gebeurd er een wonder. De rijders hebben door dat jij hen niet gezien hebt en dat je dus niet zal stoppen met lopen. De enige keus die ze hebben is om je voor te laten gaan en keihard op hun remmen te gaan, want anders zouden ze je overrijden.

Behalve het manoeuvreren door de stad zijn er nog veel meer wijsheden te behalen met betrekking tot je fietsersleven. Fietsen is namelijk onmogelijk zonder je fiets. En aangezien fietsen nogal graag gejat worden, moet je dat op alle mogelijke manieren zien te voorkomen. Hier een paar tips van de smid. Ik rijd namelijk al meer dan tien jaar op dezelfde fiets en ben verschrikkelijk gehecht aan dit ouwe rammelende stukje emotie. Als klein kind zat ik al achterop bij mama op deze fiets en toen ik in groep zeven van de basisschool zat, mocht ik er zelf op rijden. Toen nog veel te groot natuurlijk, nu iets aan de kleine kant. De liefde is altijd gebleven, m’n trouwe fiets brengt me overal heen. Mooi niet dat iemand deze van me jat. Een van de redenen dat mijn fiets nooit gejat wordt is omdat hij zowel oud als opvallend is. Goud met zwarte strepen en met allerlei rommeltjes eraan. Mijn eerste tip is dus om niet op je nieuwe electrische gazelle door de stad te gaan, maar op je ouwe gekke fietsje die je zoveel mogelijk gepimpt hebt tot een onooglijk ding. Daarnaast zet ik mijn fiets niet in een rustig achterafsteegje waar toevallig nog een paaltje vrij was, maar t liefst zo pontificaal mogelijk op straat in beeld. Het liefst pal voor Paradiso of de Bijenkorf. Zoek een plek waar continu mensen en politie aanwezig zijn zodat je het de mogelijke dief niet bepaald aantrekkelijk maakt om jouw fiets te jatten. Oja, en investeer in een goed slot!