Nieuws

Binnenkijken bij een buur

In Oost is het veelzijdig wonen. Vinex-, volks- en waterbuurten lopen hier kriskras door elkaar. De mensen vinden dat nog leuk ook. Maar hoe wonen zij? Vijf buurten, vier portretten.

Watergraafsmeer: Andre van Eijndthoven (48) en Bibiane van Velthoven (43), Maud (12) en Joep (10)

Ze hebben zo’n beetje overal in het vier verdiepingen tellende pand gewoond. Op de zolder, op de tweede verdieping, met z’n vieren op de eerste verdieping. Nu leven ze op de begane grond en de eerste verdieping. De rest verhuren ze. “We zijn er trots op dat we dit huis helemaal zelf hebben opgebouwd. Stapje voor stapje.”

Veel mensen kopen een huis en richten dat in één keer in. Volgens mij is dat niet logisch, denkt Andre. “Je groeit toch met je je huis mee? Al doende krijg je nieuwe inzichten.”

Niet dat die eeuwige verbouwing altijd zo’n pretje was. Andre deed het allemaal zelf, naast z’n werk. Veel rommel, altijd wat te doen. Ach, relativeert hij meteen. “Heel lang heb je er geen last van. En af en toe krijg je het op je heupen.”

Bibiane: “Hier op de begane grond lagen gewoon… stoeptegels.” De handen gaan alsnog even in het haar. “Het was voorheen een stal, van een melkboer.” Kijk, wijst ze, je ziet het nog. “Die openslaande deuren aan de straatkant, dat was de poort waardoor hij met paard en wagen binnenkwam.” Toch zag het stel mogelijkheden. “Het is hier lekker ruim en licht.”

Na twaalf jaar verbouwen is er nog één project te voltooien: de badkamer. Dan is het klaar, dan hebben ze het allemaal precies ingedeeld zoals ze het zelf willen. Met de keuken als absoluut middelpunt. “Iedereen hangt hier altijd. Dit is waar je bent als er mensen zijn.”

Ook de houtkachel neemt een belangrijke plek in. Andre is eigenaar van De Dakterrassenfabriek en heeft altijd hout over. “Zelf stoken is goedkoop. Ik stook het liefst hardhout. Dat vonkt niet, knettert niet, brandt langzaam en geeft een enorme hitte. Bibiane: “Zo’n kachel maakt dat je gezellig bij elkaar gaat zitten.”

Over de vaste dingen – zoals de betonnen vloer en het betonnen keukenblad – is echt wel nagedacht. Maar de rest van het interieur bestaat vooral uit ‘krijgertjes’. Andre: “We kunnen heel goed leven met wat op ons pad komt.”

“Het leeft hier gewoon,” vult Bibiane aan. “Zo’n interieur als in woonbladen. Dan denk ik: hoe doen mensen dat? Kinderen moeten het leven mee naar binnen kunnen nemen.”

Type woning: dubbel benedenhuis
Woonoppervlak: 130 m2
Fijnste plek: de keuken

Lees ook:
Ze dansen nog, ze sjansen nog

Dit verhaal is onderdeel van de woonspecial Leef!