Bijna elke man heeft voor de lol wel eens armpje gedrukt. Voor Herman Feberwee is deze ludieke uitlaatklep uitgegroeid tot een serieuze sport. Vorig jaar werd hij tweede op het WK armworstelen in zijn leeftijds- en gewichtsklasse (60+, 100+). De armworstelaar is zo verknocht aan zijn sport, dat hij er alles aan doet om deze op een hoger niveau te tillen.
Twaalf jaar geleden leerde Herman op een sportschool de Wit-Rus Boris Yeuthukovich kennen. “Hij trainde op een eigenzinnige manier en dat intrigeerde mij. Het bleek om specifieke trainingen voor armworstelen te gaan. Ik trainde wat met hem mee en bleek talent te hebben. Hij stimuleerde mij om ermee door te gaan en samen hebben we Amsterdam Armwrestling opgericht. De sport is niet zo bekend in Nederland en daar willen wij verandering in brengen.”
De vereniging zit in Buitenveldert, maar Herman traint zelf meestal bij New York Gym aan de Veemkade in Oost. Ook hier viel de specifieke trainingsmethode direct bij anderen op. “Bij bodybuilding probeer je spieren te isoleren”, legt Herman uit. “Bij armworstelen gaat het juist om de hele keten van bewegingen. Je bent zo sterk als je zwakste schakel.” Herman zag de animo, regelde een armworsteltafel en nodigde enkele mannen uit om mee te trainen.
De mannen doen tweemaal per week krachttrainingen en op woensdagavond staat doorgaans de armworsteltafel gereed. Zo ook op de eerste woensdag van april. De krachtpatsers sparren wat en geven elkaar tips en aanwijzingen. Oefeningen worden afgewisseld met competitieve wedstrijdjes. Hoe fanatiek de mannen ook aan elkaars arm sjorren, er is geen sprake van rivaliteit. Integendeel, de mannen zijn oprecht complimenteus naar elkaar en hebben er zichtbaar lol in.
Marlon en Hamilton, de twee jonge honden van de groep, gaan op in een gelijke strijd. De benen gaan verder uit elkaar, de aderen zwellen op en de hoofden kleuren steeds roder. “Zijn pols is te sterk om eruit te draaien”, roept Hamilton uit, vlak voor hij dan toch het onderspit moet delven. Even later mag Marlon tegen Herman aantreden. De nestor is nagenoeg onverslaanbaar, maar moet toch even flink zweten voor hij zijn faam kan waarmaken. Herman: “Ik moet jou echt niets geven, want dan ben ik weg!”
Herman zegt blij te zijn met de jonge aanwas. “Ik wil een laagdrempelige kweekvijver creëren voor talenten. Ik hoop natuurlijk dat zij uiteindelijk lid worden van een club en de bond en aan wedstrijden gaan meedoen. Het zal de sport zeker ten goede komen.”
Door Wietse Schmidt